phenaar had door Wennips' propaganda een 'kommandant van de Engelsche
ruiterij' in gedachten. Huizinga kwam met een ander: 'Een uit die dichterlente,
zoo rijk als de wereld maar enkele malen gedragen heeft: de Engelsche lier- en
tooneeldichters uit Elizabeth's tijd'. Hoewel Huizinga het zijn toehoorders niet
makkelijk maakte, werd er aandachtig geluisterd. De Zutphensche Courant
sprak van een 'zeer schoone en doorwrochte feestrede met tal van mooie
momenten'.
Sir Alan Johnstone, de Britse gezant in Nederland en voorzitter van het ere-
comité, verrichtte de onthulling. Een huldeblijk aan de beeldhouwer, 'die
naam had in Europa', een toespraak van Zutphens burgemeester Zimmerman
en een kranslegging door een vertegenwoordiger van 'Gelre' besloten de plech
tigheid. Een select deel van de genodigden begaf zich vervolgens naar Wennips'
'Grand Hotel', waar een noenmaal werd genoten. Een nationale schuld was die
middag vereffend. Zutphenaren en binnen- en buitenlandse gasten konden
voortaan hulde brengen aan Sidney. Maar wie had gedacht dat dat op diezelfde
dag, 's avonds laat, op zo'n hartstochtelijke wijze zou geschieden?
De Zutphensche Courant berichtte: 'Woensdagavond laat is er een niet offi
ciële hulde aan Sidney gebracht. In een rede gedrenkt van vaderlandsliefde en
opgewondenheid heeft iemand het beeld zo tot ontroering gebracht, dat Sid
ney, naar de spreker tenslotte meende te mogen verklaren, zich van pleizier zou
omdraaien'. Voor tijdgenoten stellig een weet, maar voor ons een intrigerende
vraag: Wie werd er die nacht geëerd, Wennips' held of Van Braambeeks snij
boon?
Noten
1. Huizinga's Sidney-rede is zonder opgave van plaats of jaartal afzonderlijk in het Engels en het
Nederlands gedrukt, maar moeilijk te verkrijgen. Zie ook J. Huizinga, Verzamelde Werken 6
(Haarlem, 1950) 327-334.
2. De brochure Gedenkteken voor Sir Philip Sidney moet vóór juni 1911 tot stand zijn gekomen
omdat C. Storm Buijsing nog als burgemeester van Zutphen wordt vermeld. In het gemeentear
chief van Zutphen bevindt zich onder inventarisnummer 570, briefnummer 1934, van het
Archief van de Gemeente Zutphen 1816-1919, een verbeterd exemplaar van de brochure, waarin
de namen van graaf Bentinck en Waldeck-Limpurg, ere-voorzitter van het Sidney-comité, en
van Sir Lawrence Alma Tadema, lid van het ere-comité, zijn doorgestreept. Het comité bestond
uit S. A. K. baron Van Nagell, voorzitter, M. G. A. Wennips, secretaris, H. van Alphen, pen
ningmeester en de leden H. F. M. E. graaf Van Limburg Stirum, A. G. Biemond, J. Gimberg,
M. M. F. Luppes, A. Meinster, J. J. A. Nieuwkamp en R. Wigman. In het ere-comité hadden
o.a. zitting Jhr. Mr. R. de Marees Van Swinderen, minister van Buitenlandse Zaken, Sir Alan
Johnstone, Brits gezant in Nederland, Lord De L'Isle and Dudley, afstammeling van de broer
van Sidney, Dr. Ch. M. Garnier, professor aan het Lycée Henri IV te Parijs, Dr. P. J. Blok, pro
fessor te Leiden en Jhr. Mr. Th. A. F. Van Riemsdijk, rijksarchivaris.
62