ste hotel. In die positie ontpopte hij zich als de immer op volle toeren draaiende
motor van de 'Zutphen Promotion' rond de eeuwwisseling. Secretaris van de
'Verfraaiingsvereeniging Zutphania', secretaris van de Zutphense VVV 'Zut-
phen Vooruit', secretaris van het Sidney-comité, lid van de Zutphense gemeen
teraad. het zijn slechts enkele van de vele maatschappelijke functies die
Wennips bekleedde.4 Een hotelier met huzarenbloed. Het is die eigenschap
geweest die Zutphen het Sidney-gedenkteken heeft bezorgd. De oud-cavalerist
zag in Sir Philip Sidney - de 'kommandant van de Engelse Ruiterij' zoals hij
hem typeerde - zijn ideaal. Het voorlopige programma voor de historische
optocht, die in het kader van de Onafhankelijkheidsfeesten 1813-1913 zou wor
den gehouden, vermeldde dan ook als figurant 211M. G. A. Wennips te paard
als Sidney. Doch de organisatoren van de optocht beslisten later anders. De
alom gerespecteerde Wennips was geknipt voor de rol van commissaris van
orde. Na afloop van de optocht berichtte de Zutphensche Courant: 'De secreta
ris van Zutphen Vooruit, de heer Wennips, reed als commissaris van orde
voorop. Oud-cavalerist als hij is ging zijn hart open toen hij weer te paard zat,
en we zouden wel zeggen dat hij zich tien jaar jonger gevoelde, wanneer dit niet
altijd het geval was bij de heer Wennips'.
Toen Wennips nog geen twee jaar later, op 23 januari 1915, geheel onver
wachts stierf, was de verslagenheid onder de Zutphenaren groot. Zowel op de
dag van het overlijden, als op de dag van de begrafenis, wijdde de Zutphensche
Courant haar voorpagina aan de man die zonder overdrijving de grondlegger
mag worden genoemd van het moderne Zutphense toeristenverkeer.
De huzaar Wennips koesterde een ridderideaal dat hij belichaamd zag in Sir
Philip Sidney. De hotelhouder Wennips zag in een tastbaar gedenkteken voor
Sidney een uitstekende mogelijkheid zijn stad - en zijn hotel - een grotere
nationale en internationale bekendheid te geven.
De oprichting van het gedenkteken
De 'Commissie voor de oprichting van een gedenkteken voor Sir Philip Sidney'
kwam in 1909 tot stand. Behalve de genoemde pre-occupaties van Wennips,
speelde daarbij een zekere noodzaak 'iets aan Sidney te doen' een rol. Herhaal
delijk werd de Zutphense VVV geconfronteerd met teleurgestelde buiten
landse, vooral Engelse en Amerikaanse, toeristen, die niet alleen tevergeefs
naar een gedenkteken hadden gezocht, maar ook tijdens hun dwaaltocht door
de stad bij de Zutphenaren totale onwetendheid omtrent de figuur Sidney had
den aangetroffen. Voor het comité was de moeilijke taak weggelegd onder
eigen bevolking enig begrip voor de zaak te kweken. Hoe krachtig en kundig
het comité met mensen als Gimberg en Biemond ook was, de gehele onderne
ming werd aanvankelijk met twijfels over de goede afloop bejegend: 'daar
58