Cl?*:.
OUD-ZUTPHEN, TIJDSCHRIFT VAN DE HISTORISCHE VERENIGING ZUTPHEN
VIJFDE JAARGANG, NUMMER 1, FEBRUARI 1986
Inhoud: H.J.Wijers: Het stadsbestuur van Zutphen J. Kreijenbroek: Van artilleriepark tot
vogelpark Recept tegen de pest Wetenswaardigheden (15) W. J. Buijs: Een burleske voorstel
ling op één van de zuilen in de Librije? P. Bitter: Uit het bodemarchief van Zutphen V.
H. J. WIJERS
Het Committé van Waakzaamheid en Toezigt
1795-1798
Aan het einde van de reeks artikelen over het stadsbestuur van Zutphen in de
Bataafs-Franse tijd1 lijkt het dienstig nog wat dieper in te gaan op het 'Com
mitté van Waakzaamheid en Toezigt' dat in de jaren 1795-1798 een controle
rende en toezichthoudende taak in het stadsbestuur heeft vervuld.
Korte tijd na het optreden van een 'College van provisionele representanten
van het volk van Zutphen', ook wel Municipaliteit genoemd, kwam er een
tweede orgaan tot stand, dat namens de burgerij zou moeten toezien op het
handelen van de municipaliteit. Aanvankelijk als 'Committé van Algemeene
Waakzaamheid' aangeduid, kreeg dit vervolgens de benaming 'Committé van
Waakzaamheid en Toezigt'. Een vergelijkbaar orgaan werd, hoewel soms
onder een andere naam, in vele steden ingesteld. In Gelderland hield men daar
bij soms vast aan de historische naam 'gemeenslieden' of 'gezworen gemeente',
een zeer oude instelling, die overigens ook in Zutphen als voorbeeld werd geko
zen, zoals blijkt uit de discussies die hierover in de municipaliteit werden
gevoerd.2 De reden dat in Zutphen een nieuwe naam werd gekozen, was wel
licht gelegen in de omstandigheid dat het Zutphense college van gemeenslieden
zich in de voorgaande jaren te zeer hadden vereenzelvigd met het stadsbestuur
uit het ancien régime.
1
r-Q
HET STADSBESTUUR VAN ZUTPHEN V