9. De insteek van de paalkuilen bevatte Pingsdorf-, kogelpot- en proto-steengoed-scherven. De uittreksporen, ontstaan door het omtrekken van de palen bij de afbraak, bevatten niet alleen scherven, maar in één geval ook een ritueel begraven, compleet kogelpotje. 10. B. H. Slicher van Bath 1960, De agrarische geschiedenis van west-Europa 500-1850,Utrecht/ Antwerpen 1960, blz. 161-168. 11Zie W. J. Jappe Alberts 1950, De Staten van Gelre en Zutphen tot 1459, Groningen/Djakarta 1950. 12. Zie W. J. Alberts 1969, De Nederlandse Hanzesteden, Bussum 1969; W. J. Alberts 1975, Die niederlandischen Hansestadte in der Deutschen Hanse, Bonn 1975 (serie Nachbarn, nr. 20). 13. W.E. Smelt 1941, Het Oud-Archief van de gemeente Zutphen, Utrecht 1941, nrs. 639-641. 14. Smelt 1941, O.c., nrs. 646-647. 15. Ph.Dollinger 1964, La Hanse (12ème-17ème Siècles), Parijs 1964 (Ned. vertaling Utrecht/ Antwerpen 1967); W.J.Alberts en H. P.H.Jansen 1977, Welvaart in wordingDen Haag 19772; Alberts 1969, o.c.; Alberts 1975, o.c. 16. J. Gimberg 1929, 'De handel van Zutphen met Engeland in de middeleeuwen', Gelre 32 (1929) blz. 99-103. 17. W. H. Heitling en L. Lensen, 1982, 'Burger van Zutphen zijn, ook vroeger al een voorrecht', Oud-Zutphen 1 (1982) blz. 34-37. 18. Doornink-Hoogenraad 1983, o.c., blz. 13. 19. Zie W.J.Alberts 1975, o.c. 20. W. H. Heitling en L. Lensen 1983, 'Zutphense 'democratie' in de middeleeuwen', Oud-Zut phen 2 (1983) blz. 92-95; Lensen en Heitling 1984, o.c., blz 115. - voorwerpen betreffende de geschiedenis van stad en graafschap - topografische collectie: gedrukte kaarten, schilderijen, prenten, foto's, prentbriefkaarten - historische tentoonstellingen Het deel van de topografische collectie dat niet geëxposeerd is, kan tijdens kantooruren bekeken worden na een telefonische afspraak (05750- 16878). 28 HET STEDELIJK MUSEUM ten behoeve van uw historisch onderzoek

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1986 | | pagina 30