P. BITTER UIT HET BODEMARCHIEF VAN ZUTPHEN V Over het middeleeuws verleden van Zutphen is het meest bekend uit geschreven historische bronnen. Deze zijn vanaf de 14de eeuw rijkelijk aanwezig en bieden ons een schat aan informatie over het leven in die tijd.1 Gecombineerd met stu dies van de stadstopografie en onderzoek van de nog aanwezige middeleeuwse gebouwen en ommuringen levert dit een goed beeld op van laat-middeleeuws Zutphen. In deze benadering van Zutphens historie schuilt echter een groot gevaar: men heeft alleen kennis over hetgeen in de historische bronnen wordt vermeld en deze gegevens kan men teveel benadrukken. In dit artikel werk ik dit probleem nader uit aan de hand van de economische ontwikkeling van Zut phen in relatie tot gegevens over de Hanze. Het is duidelijk, dat men over de periode voor 1300 nog teveel gissingen moet maken op grond van onvolledige, onduidelijke historische gegevens. De archeologische bijdrage is hier van het grootste belang. Het is ook noodzakelijk, dat men met de archeologische gege vens, nog verborgen in Zutphens ondergrond, zuinig omspringt. Tot dusverre is het Zutphens 'bodemarchief' echter zeer onzorgvuldig behandeld. Er is in de afgelopen decennia erg veel kostbare informatie verloren gegaan. Hopelijk rea liseert men zich de verantwoordelijkheid voor deze ondergrondse archeologi sche monumenten en zal de gemeente Zutphen nog daadwerkelijk iets doen om de voortschrijdende aantasting van ons bodemarchief te bestrijden. 6. Van 'oppidum' tot 'civitas': van versterkte nederzetting tot stad. In de vorige aflevering van Oud-Zutphen werden enkele problemen besproken te aanzien van vroeg-middeleeuws Zutphen. Mogelijk was er al in de 11de eeuw een versterkte nederzetting met een wal en een gracht ter hoogte van Zaad- markt, Houtmarkt en Groenmarkt. Behalve landbouw vond er ijzerbewerking plaats en vermoedelijk speelde rivierhandel (overslag van de Berkel?) al vroeg een rol in de economie van Zutphen. De nederzetting kende in de volgende drie eeuwen een periode van sterke groei, vooral als gevolg van een opleving van de handelsscheepvaart over de IJssel in de 12de tot 14de eeuw. De kleine ver sterkte nederzetting breidde zich in deze periode uit tot een belangrijke stad. Eerst volgde er een noordwaartse uitbreiding tot aan de Berkel, welke begin 13de eeuw werd voorzien van een versterking langs de Oude Wand. Aan het noordeinde van de Turfstraat stond de Engepoort (die leidde naar de Enk, de stadsweide aan de overzijde van de Berkel), waarvan in 1971 overblijfselen zijn gevonden (zie Oud-Zutphen 1 (1982) blz. 30). Bij deze eerste ommuring moeten twee zware verdedigingstorens hebben behoord, het Rondeel bij het Armen- 19

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1986 | | pagina 21