ning van de festiviteiten. De verslaggever wordt bijna lyrisch als hij beschrijft
hoe prachtig de verlichting is: 'Van het terras van het restaurant heeft men een
lumineus schouwspel over de gehele wateroppervlakte. Het oog wordt bekoord
door de kleurverlichting van de vouwvoetbrug, maar evenzeer door de licht-
zuil, de fameuze waterval (hoek Jacob Damsingel-Burgemeester Dijckmeester-
weg) en de fonteinen'.
Het was inderdaad een betoverend schouwspel, vooral bij avond. In totaal
bezochten 35.216 bezoekers het park aan de Grote Gracht. In de Raad van
augustus 1952 wordt besloten in te gaan op een voorstel van het werkcomité
dat een vogelpark wil oprichten met het doel dit aan de gemeente te schenken.
Een en ander onder de voorwaarden dat de verzorging met ingang van
1 januari 1953 ten laste van de gemeente komt en dat het park tot wederopzeg
ging in handen blijft van genoemd werkcomité, in samenwerking met de Stich
ting Zutphen, en dat alvorens tot uitbreiding wordt over gegaan, er overeen
stemming moet zijn met het College van B. en W. In de loop der jaren wordt
de collectie dieren steeds uitgebreid en het aanzicht verfraaid.
In 1961 heeft het vogelpark een bepaalde grootte bereikt. Aan- en verkoop
van dieren kan nu wat geleidelijker gebeuren en de aankoop van nieuwe exem
plaren kan gedekt worden uit de verkoop van de overtollige. Het onderhoud
van het park en het voeren van dieren is reeds in handen van de Dienst Open
bare Werken. De commissie Vogelpark wil nu haar werk beëindigen en de
levende have overdragen aan het College van B. en W. Zij spreekt de wens uit
dat dit park op dezelfde voet zal worden voortgezet. Ter verfraaiing van het
park en om het einde van het werk van de commissie vast te leggen wordt een
klein beeldhouwwerk aangeboden.
In oktober 1961 berichtten B. en W. de commissie dat zij de verzorging van
het vogelpark geheel van gemeentewege zullen doen geschieden. Zij zullen
daartoe de levende have van dit park in eigendom van het comité overnemen,
juist omdat zij van oordeel zijn dat dit park in een behoefte voorziet. Zij eindig
den hun brief met: 'Wij zullen er daarom naar streven het park op verant
woorde wijze te blijven verzorgen'. Op het prachtige gazon wordt op 30 april
1966 de in 1957 van de markt verwijderde Wilhelminafontein herplaatst. Na
allerlei vernielingen worden de resten hiervan in 1975 weggehaald. In 1976
besluit de Raad noodlokalen te plaatsen op het grasveld tussen het Stedelijk
Lyceum en de Louisesingel. Een prachtige groenstrook van het vogelpark valt
ten offer aan de uitbreiding van de school. Naast deze aantasting heeft het
vogelpark te lijden van vernielingen en diefstal. Hokken worden opengebroken
en dieren gestolen.
Ook de bezuinigingen bij de plantsoenendienst drukken hun stempel op het
vogelpark. Gelukkig komt het college van B. en W. in oktober 1984 bij de Raad
met een plan om het vogelpark in twee fasen op te knappen. De Raad gaat met
13