Noten 1. Renaud 1950, o.c.; P. Bitter 1983, 'De vondsten van het 's Gravenhof opnieuw bekeken', Oud-Zutphen 2 (1983), blz. 17-20, 39-46. 2. Zie Bitter 1985, o.c. 3. 'Badorf'-aardewerk en vroeg-karolingische 'Eitöpfe' (8ste/eerste helft 9de eeuw). 4. Zie Oud-Zutphen 4 (1985), blz. 45-46: Pingsdorf-aardewerk, gevonden met grof kogelpotaar- dewerk met S-vormig randprofiel, terwijl 'Paffrath' ontbreekt. 5. Zie ook Oud-Zutphen 3 (1984), blz. 17-22. 6. H. Spiegel, Die niederlandische Handelsstadte an der IJssel im 15. Jh., diss. Universiteit van Keulen 1955, blz. 94-96. 7. Nadat het gesteente (een afzettingslaag in zand van het grondwater) in dagbouw is gedolven, vormt zich op de plek van de delving in ca. 30 jaar tijd weer een nieuwe oerlaag. 8. S. Y. Vons-Comis, Celtic fields in de Achterhoek, I.P.P. scriptie III, Amsterdam 1978. 9. H. A. Heidinga 1984, De Veluwe in de vroege middeleeuwen; aspecten van de nederzettings- archeologie van Kootwijk en zijn buren, dissertatie Universiteit van Amsterdam 1984, blz. 238-240. 10. Een goede beschrijving van middeleeuwse ijzerindustrie (en overblijfselen) geeft J. D. Moer man, 'Oude smeedijzerindustrie', Gelre LVI (1957), blz. 3-32, LIX (1960), blz. 1-37, LXIII (1968-'69), blz. 1-30, LXIV (1970), blz. 1-41. 11. Mondelinge mededeling prof. D. P. Blok, Universiteit van Amsterdam. 12. Walburgis is een heilige die pas in de late 10de eeuw populair werd. 13. Zie hierover De Vries 1960, o.c. 14. Heidinga 1984, o.c. 115

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1985 | | pagina 29