Afb. 2. Opgraving
Bakkerstraat I, 1982:
ijzerslakken en (rechts)
twee ovenwand
fragmenten, tweede helft
10de/eerste helft 12de
eeu w.
vondsten wijst op betrokkenheid bij de handelsscheepvaart op de IJssel.5
De IJssel vormde vanaf de karolingische tijd een belangrijke waterweg voor
handelsverbindingen, die zich uitstrekten van stroomopwaarts de Rijn op tot
in Rheinland, tot stroomafwaarts via Flevomeer/Zuiderzee naar de belangrijk
ste handelsplaatsen aan de Noordzee en de Oostzee. Zutphen speelde vermoe
delijk al vroeg een rol in de rivierhandel, met name als overslagplaats voor de
Berkel-scheepvaart - de Berkel was vanouds een waterweg naar de oostelijke
Achterhoek6 en mogelijk zelfs Westmünsterland.
Een belangrijk export-artikel uit Oost-Nederland is in deze tijd ijzer geweest.
IJzer was in de middeleeuwen een onmisbaar produkt: men had het nodig voor
vrijwel alle gereedschappen, voor landbouwwerktuigen, wapens, enz. In
Nederland komt ijzer als grondstof in twee vormen voor: 1. als zgn. 'klapper
stenen' (ronde, holle ijzerconcreties, al dan niet met een losse kern, die een
rammelend geluid maakt) op pleistocene zandgronden, vooral de Veluwe; en
2. als limoniet (ijzeroersteen) op lage, drassige zandgronden. Limoniet komt
in de beekdalen in de Achterhoek en Twente veel voor. Deze rijke bron van
ijzer7 werd misschien al in de Ijzertijd voor het eerst ontgonnen en voorzag nog
in de vorige eeuw omvangrijke ijzerindustrieën langs de Oude IJssel, Berkel en
Schipbeek van grondstof.8 Een grote opleving in deze ijzerindustrie vond
plaats in de 11de, 12de eeuw, als gevolg van de grootschalige agrarische ontgin
ningen in Oost-Nederland in deze periode.9
In Zutphen zijn op diverse plaatsen in de binnenstad (Bakkerstraat,
Waterstraat, Zaadmarkt, Oude Wand, Halterstraat) in sporen uit de 10de/
11de tot 12de/13de eeuw overblijfselen gevonden van ijzerbewerking: oven-
wand-fragmenten, ijzerslakken en klompen ruw ijzer.10 Of de grondstof van
113