een broer van mij of een kennis. In de Tweede Wereldoorlog merkten Ds. v. Paassen en ik al spoedig, dat de directeur, met wie wij bevriend waren geraakt, 'fout' was en dat hij zelfs jon gens die hun straf er op hadden zitten, aanried met de Duitsers aan het Oost front te vechten. Wij vonden het erg jammer, want het was overigens een fijne man. We pasten ervoor op, dat we niet met hem gingen debatteren, maar moes ten wel op onze woorden passen! In 1944 bereikte Ds. v. Paassen de pensioengerechtigde leeftijd. In een speci ale kerkdienst, waarin ook het College van Regenten aanwezig was, nam hij afscheid van zijn gevangeniswerk. Onder de vele toespraken heb ik ook nog een woordje gezegd en hem o.a. voorgerekend, dat ik hem meer dan 2000 keren had horen preken in de afgelopen 25 jaar, soms op een zondag driemaal, n.l. in de Jeugdgevangenis, in het Huis van Bewaring, én in de Kerk, want ik ben ook nog ouderling geweest in die tijd. 't Was dan dezelfde preek, maar wat aan gepast aan de omstandigheden. Na Ds. v. Paassen zijn er nog enkele predikanten geweest, die echter bij mij geen bijzondere indrukken hebben achtergelaten. In 1952 werd in volledige betrekking benoemd Ds. Frans Bannink. Hij kwam toen uit het leger, waar hij twee jaar legerpredikant was geweest, 't Was een bijzonder mens en een heel bijzondere dominee. Hij maakte helemaal niet de indruk van een dominee zoals wij gewend waren. Hij was erg sportief en ging ook gemoedelijk met de jongens om, liep herhaaldelijk met een ploeg jongens de Vierdaagse te Nijmegen. Ook reed hij in Friesland eenmaal de Elfsteden tocht, maar heeft die niet volbracht. Hij was de eerste die de jongens inschakelde in de eredienst. Op het podium verscheen hij dan met twee of drie jongens die hij in de week op hun taak had voorbereid. Dat waren vrijwilligers en meestal jongens die een enigzins christe lijke opvoeding hadden gehad. Een jongen deed de Schriftlezing, een tweede droeg na de preek een gedicht voor en een derde beëindigde de dienst met het Onze Vader. Voordat Ds. Bannink kwam, had ik de gewoonte om donderdagsavonds met vrijwilligers de liederen die de a.s. zondag zouden worden gezongen te repete ren. Dikwijls moest ik hun eerst de weg wijzen in het gezangboek: Ik belde dan tevoren de dominee op en vroeg hem wat er gezongen zou worden. Maar toen Ds. Bannink kwam, was dat afgelopen, want die wist soms nog niet wat hij zou laten zingen als hij het podium betrad. Naast de psalmen en gezangen voerde hij ook de bundel van Joh. de Heer in, die lag hem en de jongens beter in het gehoor dan de psalmen. Zo zongen we bijvoorbeeld graag: Voorwaarts Christen-strijders. Dat werd dan in marstempo uit volle borst meegezongen. Hij heeft nooit laten zingen: Ik zie de 104

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1985 | | pagina 18