stemmen wordt het aangenomen: tegengestemd hebben Mulder, Bosch van Rosenthal en Ketjen. Waarom dit voorstel? De overwegingen die geleid hebben tot dit voorstel van het college zijn op zich interessant genoeg om ze hier te beschrijven. De leden van het college gunnen 'den Zutphenschen logé's en daarmede den hotelhouders hun rust'. Maar zij zouden 'betreuren het verloren gaan van een element van stemming in het avondlijke Zutphen'. Zutphen is geen toeristenstad, vindt het college. Boven dien hebben cijfers aangetoond dat gasten niet worden gestoord in hun nacht rust vanwege de klokken. Wanneer het carillon 's nachts zal zwijgen, zal dat niet tot gevolg hebben dat er meer toeristen naar Zutphen komen. Waarom zou de Raad dan een einde willen maken aan een oeroud gebruik en een klokkenspel stopzetten, dat zoals het in 1646 omschreven wordt, een 'cieraet onser Stadt' is? In dat jaar al wordt gezegd dat ons carillon mooier en beter is dan dat in andere plaatsen. Gelukkig, aldus het college, hebben ook burgers geprotesteerd tegen het verzoek van de hotelhouders. Het college heeft hieruit begrepen dat 'in dezen tijd van overspanning en proza nog niet allen eene meer rustige en poëtische levensbeschouwing als die van onze voorvaderen uit de 17de eeuw overboord hebben geworpen'. Hoe reageert 'de burger'? Vrijwel alles wat in vroeger dagen geschreven werd in de krant door schrijf- grage lezers, gebeurde anoniem. Zo ook in 1917. Een lezer schrijft dat men in Zutphen de traditie boven de welvaart stelt. Hij erkent dat er burgers zijn die geen hinder ondervinden van de klanken van het carillon. Dat zijn dan mensen die te ver van de toren wonen, óf mensen die zich in slaap drinken.Maar feitelijk verliest niemand er iets bij wanneer de klokken stilgelegd zullen wor den. En dat is nu juist wel het geval bij 'logé's van hotels, zieken, kinderen en gevoelige personen'. Dat de kwestie in de politieke sfeer terecht gekomen is, wordt duidelijk uit dit citaat: 'Is het den heeren Raadsleden der S.D.A.P. wel bekend dat niet alleen de hotels en meergegoeden, doch ook de middenstanders en arbeiders gaarne slapen en ook onder die klasse zieken en lichtslapenden zijn?' Een andere burger schrijft enkele dagen later dat hém die deuntjes evenmin aan staan. Maar hem ergert het feit dat het medisch advies van het raadslid Mulder volkomen genegeerd is. Wat voor zin heeft het wanneer een dokter tevens raadslid is, wanneer het college niets uit doet op zijn kundigheid als arts? Wat voor nut heeft het voor de Raad wanneer het college met zo'n pre-advies komt 63

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1985 | | pagina 9