H. J. WIJERS De periode 1811-1813: Municipale Raad Na de inlijving in het Franse Keizerrijk in 1810 werd de Franse wetgeving met betrekking tot de gemeentebesturen ook in Nederland van toepassing. Dit hield in dat de gemeente bestuurd werd door een 'maire' bijgestaan door twee adjuncten, terwijl er voorts een Municipale Raad werd ingesteld.1 Als 'maire' werd in 1811 benoemd de reeds onder het vorige bestuur opgetre den burgemeester Van Heeckeren tot de Wiersse, die begin 1813 werd vervan gen door W.R. Op ten Noort, voordien griffier van het stadsbestuur. Als adjunct-maires werden in 1811 benoemd mr. G. A. Verstege (voordien wethou der) en mr. A. Ardesch, advocaat en voormalig vroedschapslid. Twee vroegere wethouders werden thans benoemd in de Municipale Raad (Van der Muelen en De Bruyn), de vierde wethouder uit het vroegere bestuur, Th. Christiaans, was reeds in 1810 overleden en zijn functie bleef nadien vacant. De Municipale Raad, die voor een stad als Zutphen dertig leden telde en die evenals de 'vroedschap' uit de voorgaande periode slechts zeer beperkte bevoegdheden had, omvatte de volgende leden: E. Broeker Mr. J. de Bruyn F. R. G. C. van der Capellen F. C. Colenbrander D. Evekink H. de Haas Mr. B. van Hasselt Mr. J. H. van Hasselt Mr. A. J. H. W. van Heeckeren tot Nettelhorst J. van Huet S. Kretschmer G. W. van Lamsweerde G. J. de Leeuw van Coolwijck Mr. M. D. de Leeuw van Coolwijck Mr. J. C. J. van Löben Seis Mr. B. H. Lulofs Mr. B. J. Lulofs Mr. J. C. van der Muelen Mr. A. Op ten Noort Mr. H. J. Op ten Noort Mr. W. Op ten Noort Mr. W. R. Op ten Noort Mr. B. G. Plegher A. P. Roeloffzen Mr. J. J. Schluiter Mr. A. Steenlack Dr. F. Stork Mr. H. A. Welmers Mr. D. E. Wilbrenninck G. J. Wijers Vervolg op het artikel van dezelfde auteur: Het Stadsbestuur van Zutphen in de periode 1808 1811, in Oud-Zutphenderde jaargang, december 1984, blz. 100. 81 HET STADSBESTUUR VAN ZUTPHEN IV*

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1985 | | pagina 27