WETENSWAARDIGHEDEN (13)
Het is een oud gebruik om bij de bouw van een kasteel of buitenhuis na voltooi
ing het wapen van de bouwheer boven de ingang te plaatsen. Zo ook op de
Voorst. In de attiek treffen we het in natuursteen uitgehouwen wapen van
Arnold Joost van Keppel aan, gekroond door een Engelse gravenkroon (1).
Arnold Joost was op 11 februari 1697 door zijn beschermheer, de Koning
stadhouder Willem III, verheven tot graaf van Albemarle. Op 5 juni 1700 werd
hem de Orde van de Kouseband verleend en we zien dan ook het devies van die
orde op een kousenband om het wapenschild afgebeeld. Zo weten we vrij
nauwkeurig de datum van voltooiing van het huis. Arnold Joost was kennelijk
zeer in de smaak gevallen bij Willem III en boze tongen beweren dat hij danig
misbruik gemaakt heeft van de grote sympathie van de Koning-Stadhouder
voor zijn persoon. Om dit tegen te spreken zou hij - volgens dezelfde tongen
- de zinspreuk van de Orde van de Kouseband 'Honi soit qui mal y pense'
oftewel 'Schande over hem die er kwaad van denkt' om zijn wapen hebben
laten plaatsen.
Of het verhaal waar is, zullen we nooit weten, maar dat Willem III bemoeie
nis met de bouw van de Voorst gehad heeft (zeker op financieel gebied) staat
wel vast. Dat bewijst namelijk een ander symbool. Het rijk gesmede toegangs
hek draagt een viertal boompjes, dat bij nader onderzoek oranjeboompjes blij
ken te zijn (2).
H.
78