JAN KREIJENBROEK
'Er is vreugde onder de leden van het Leger des Heils hier ter stede. Geen won
der, de generaal komt.' Met deze woorden begint op 10 oktober 1904 een arti
kel in de Zutphensche Courant. De tijd dat er minachtend op het Leger des
Heils werd neergekeken, is volgens de krant voorbij. Na zijn grote veldtochten
in Engeland komt de generaal nu het vasteland van Europa bezoeken. Het arti
kel eindigt met de woorden: 'Wij zijn er zeker van dat het wel de moeite waard
is dezen merkwaardigen man, wanneer hij hier optreedt, te gaan horen'.
Een advertentie in de krant van woensdag 12 oktober meldt, dat Generaal
William Booth 's middags om 3 uur de Buiten Sociëteit zal bezoeken om een
lezing te houden over verleden, heden en toekomst van het Leger des Heils. De
generaal komt op die dag met de trein van kwart voor elf uit de richting
Utrecht. Op het station hebben zich de officieren van Zutphen en Deventer en
veel heilsoldaten van omliggende korpsen verzameld om de generaal te begroe
ten. Daarnaast zijn er ook veel nieuwsgierigen, waarvan enkelen er zelfs een
perronkaartje voor over hebben om de generaal uit de trein te kunnen zien stap
pen. De anderen staan bij de uitgang. De generaal is gekleed in een lange zwarte
jas met op de kraag de distinctieven van het heilsuniform. Hij heeft een hoge
hoed op; zijn gezelschap de bekende uniformpet.
William Booth wordt vergezeld door de landelijk Commandant Estell. Na
een korte begroeting gaat de generaal in een open landauer, die voor het station
op hem wacht, naar zijn gastheer mr. J. C. Roosenburg, officier van justitie te
Zutphen.
Waarschijnlijk mede door de regen is de opkomst 's middags kleiner dan
verwacht. Wel is de grote zaal van de Buiten Sociëteit geheel gevuld, maar de
galerij is leeg. Als de generaal om even voor drie binnenkomt, wordt hij met
een daverend applaus begroet. De tijd ervoor is gevuld met muziek.
Na een welkomstwoord en een kort gebed vertelt brigadier Schoch over de
ontvangst in andere plaatsen. Hij vraagt de aanwezigen om de generaal te
begroeten met een 'God zegene u'. Daarna spreekt William Booth. Eerst zacht
jes maar langzamerhand sterker klinkt zijn stem. Hij dankt voor de sympathie
voor het werk waaraan hij leiding mag geven. Wat dat werk inhoudt, wordt
door hem in grote lijnen geschetst. Daarna vertelt hij van de gevallen waarin
het leger heeft kunnen helpen. Hij raakt tijdens het spreken steeds meer in
vuur. Zijn woorden worden soms met een handgebaar onderstreept. Hij vertelt
hoe hij 39 jaar geleden is begonnen uit mededogen met de ellendigen van deze
wereld en dat het leger nu in 49 landen werkt. Velen vragen zich af: wat zal er
68
HOOG BEZOEK