Na de onthulling gaan heel wat mensen kijken naar een model van het beeld.
Het is gemaakt van garneersuiker op ijzerdraad en staat in de etalage van de
banketbakker C. L. Kreijenbroek aan de Groenmarkt. Diens zoon J. G. Kreij-
enbroek heeft er model voor gestaan. Dat kunstwerk wordt later op de dag aan
de burgemeester aangeboden en dient 's avonds tijdens het diner als tafelver
siering.
Als de burgemeester 's avonds via het stationsplein naar het hem aangeboden
vuurwerk gaat, is het beeld gehuld in een gloed van Bengaals vuur.
Kort na het feest komt het commentaar op het beeld goed los. Zelden zal een
geschenk zo veel en zo lang de gemoederen bezig hebben gehouden. De kritiek
uit zich ondermeer door ingezonden stukken bij de kranten. Volgens één van de
inzenders wordt het beeld spottend 'het beeld der constipatie' genoemd. Hij
vraagt zich af of er iemand is die dit beeld, dat zijn partes posteriores met onge
paste vrijmoedigheid toont aan iedereen die de stad vanuit het station betreedt,
mooi vindt. Kort na de onthulling wordt ook al de mogelijkheid geopperd om
stationsplein niet past. Men kan zich niet voorstellen dat de burgemeester zijn
Hercules zal willen behouden.
Het beeld blijft echter staan waar het staat. Wel worden er maatregelen geno
men om de 'stuitende achterkant' wat te bedekken. Dit wordt gedaan door het
aanplanten van heesters. In 1922 praat de Raad over de verplaatsing naar het
3
1
1
a
«w»
m
t
m
"V
v
1*
Het stationsplein na het bombardement van 14 oktober 1944: ook Manus is getroffen
35
het beeld door de fabrikant terug te laten nemen omdat het volgens velen op het
x
r
5