lieten de Gedeputeerde Staten zich niet afschepen. Artikel 4 van het K.B. van 1824 (de voorloper van de Hinderwet) stelde dat de bewoners van de omliggen de huizen moesten worden gehoord en dat het niet uitmaakte wie de eigenaar was. Zo moest Gerrit Jan Koenders, bewoner en pachter van 'De Marsch', op het gemeentehuis komen om zich uit te spreken. Zijn reactie stond bij voorbaat al vast, want wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Hij heeft dan ook 'in zijn belang niet alleen geene bedenkingen, maar zal ook gaarne zien dat het verzoek werd ingewilligd'. De steenoven werd in 1853 opgericht en de oudste zoon Peter Hasselo werd met de leiding belast. Hasselo was trouwens niet de eerste en enige steenfabri kant in Zutphen, want sinds 1848 exploiteerde Jhr. H. A. D. Coenen, burge meester van Zutphen, als neveninkomsten, de reeds sinds de 17de eeuw bestaan de ticheloven in de Hoven aan de Kanonsdijk, buitendijks. In 1855 werkten er op beide ovens 59 arbeiders en is de gezamenlijke produk- tie 6.210.000 stenen, hetgeen tamelijk hoog genoemd mag worden. De weeklo nen lagen tussen een daalder en negen gulden. Hasselo en Zonen waren voor hun tijd vooruitstrevende steenbakkers, die innovaties in en uitbreidingen van hun bedrijf niet schuwden. Zo voerden zij reeds in 1865 een kleimolen in om het 'walken', het met de blote voeten kneden van de klei, overbodig te maken. In 1867 gingen zij er toe over om ook in Wilp een steenfabriek op te richten, die op moderne wijze werd ingericht. Peter Hasselo belastte zich hier met de leiding; 'De Overmarsch' kwam in beheer bij broer Peter Hendrik. De jongste, Hendrik Willem, inmiddels 20 jaar, leerde op beide fabrieken het vak, want zijn vader, die geen baas wilde aanstellen, was van mening dat het loon van de baas het leer geld voor zijn kinderen was. Maar Hendrik Willem was toch niet zo geboeid door het modderige gebeuren en hij begaf zich later in de kolenhandel. 'De Vlietberg' te Wilp Op de steenfabriek in Wilp werd een kleimolen annex steenpers in gebruik geno men. Deze machine, die door 'mensch en paard' in beweging werd gebracht, be viel uitstekend, zodat al spoedig de werkgelegenheid met tien arbeiders kon worden uitgebreid. Het produkt was ook van zeer goede kwaliteit en de in 1870 door de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van Nijverheid uitge loofde zilveren medaille voor het bakken van stenen met machinale turf werd dan ook aan Hasselo uitgereikt. Dit was niet alleen het resultaat van de machinale steenvorming, maar de Hasselo's experimenteerden ook met de verbetering van de stookwijze om de brandstofkosten te verminderen en de kwaliteit van de stenen te verbeteren. Ir. Otto Boek uit Brunswijk, maar het resultaat was teleurstellend. Er kleefden 31 Eerst werd een oven gebouwd en de fabriek ingericht naar het ontwerp van

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1985 | | pagina 3