J. VAN DER KLUIT EEN STADSCHIRURGIJN IN ZUTPHEN OMSTREEKS 1800 Op zoek naar gegevens over de invoering van de koepokvaccinatie in deze stad stuitte ik bij herhaling op de naam A.G. Klose, dezer stads eerste chirurgijn. Dat, wat ik las wekte mijn belangstelling, nieuwsgierigheid zo U wilt. Hoe func tioneerde deze chirurgijn in Zutphen omstreeks 1800? Adam Godfried Klose werd in 1739 geboren in het groothertogdom Baden. Hij was 43 jaar toen hij naar Zutphen kwam. Voordien was hij chirurgijn-majoor in het regiment van de lieutenant-generaal Baden Durlach. Op 10 augustus 1782 wordt Klose op grond van diverse favorabele testimonia' aangesteld tot 'dezer stad eerste chi rurgijn en vroedmeester, zulks op een jaarlijks tractement van vijfhonderd gul dens'. De eerste jaren na zijn aanstelling komen we de naam van Klose regelmatig tegen in de resolutiën van de provisoren van het Oude en Nieuwe Gasthuis, wan neer hij attesten afgeeft voor opname van patiënten. Zo af en toe waren er pro blemen bij die opnamen. Op 9 september 1783 gelast het stadsbestuur proviso ren van het Oude en Nieuwe Gasthuis patiënten met 'de roode loop in het laza- reth in te nemen en te laaten oppassen, desnoods door Luyden, die van Stadswe ge daartoe zijn aangesteld'. Ze beloven wel de medicijnen te zullen betalen, maar over 'de kosten van kost en drank' zal nog gesproken worden. De patiën ten, die nu nog met 'galkoortsen in het lazareth liggen, zullen gebracht worden in den Bayaart of op een andere convenabele plaats'Een aantekening is hier la ter aan toegevoegd: 'Verder zijn de drie, die thans in 't lazareth zig bevinden na den Pokkentoorn getransporteerd'. Er waren kennelijk moeilijkheden met de opname-capaciteit voor deze patiënten. Het opname-beleid roept hier en daar wel vraagtekens op. Op 5 maart 1788 wordt Willem van Gelder opgenomen, die, volgens 'attestatie van den lector Klose' aan toevallen lijdt. Klose wordt hier lector genoemd, omdat hij betrok ken is bij de opleiding van vroedvrouwen. In oktober van hetzelfde jaar weige ren provisoren een meisje met toevallen op te nemen. Zij is 'geen voorwerp van het Huis'. Zij zou alleen kunnen worden opgesloten in een kast in de gekkento- ren, waarvan er geen leeg was en verder was er nog nooit iemand met toevallen in het gasthuis verpleegd! Provisoren waren wel kort van memorie! Inmiddels lijkt Klose in Zutphense kringen te zijn geaccepteerd: in 1788 wordt hij tenminste lid van de Groote Sociëteit. Het weigeren van een opname komt wel vaker voor, soms om administratieve redenen, omdat het attest van Klose 'niet in de vereyste ordre' is. Dat overkomt hem b.v. in maart 1790. Drie dagen later krijgen provisoren 'een naader attest', 49

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1985 | | pagina 21