OUD-ZUTPHEN, TIJDSCHRIPT VAN DE HISTORISCHE VERENIGING ZUTPHEN
VIERDE JAARGANG, NUMMER 2, MEI 1985
Inhoud: G. B. Janssen: De Hasselo's: steenbakkers uit Zutphen J. Kreijenbroek: De fontein op
het stationsplein, alias 'Manus' P. Bitter: Uit het bodemarchief van Zutphen II J. van der Kluit:
Een stadschirurgijn in Zutphen omstreeks 1800 Publicaties en ondezoeksresultaten.
G.B.JANSSEN
Inleiding
Een stad aan de rivier stimuleert de vestiging van een steenfabriek waar grond
stof en afzetgebied zo dicht bij elkaar liggen. Zo ook Zutphen waar reeds in de
14de eeuw sprake is van enkele stadstichelarijen; één op het Helbergen ten zui
den van de stad aan de IJssel, en één aan de overzijde van de IJssel op de Over-
mars. Het gebied op de linkeroever van de rivier, zoals dat van de Overmars en
ook de Hoven hebben in de 19de en 20ste eeuw een bloeiende steenfabricage
gekend.
De steenovens op de Overmars
Jan Peter Hasselo werd te Zutphen gedoopt op 21 mei 1799 als zoon van een
Zutphens koopman. Ook Jan Peter oefende dit beroep uit en daarnaast was hij
ook nog landeigenaar. Hij huwde op 12 maart 1828 te Zutphen met Gesina Wil-
lemina Haak. Het echtpaar kreeg drie zonen, die zich later ook in de steenbak
kersbranche begaven. In 1849 kocht hij het terrein met het bijgebouw van de af
gebroken havesathe 'De Marsch' met het kennelijke doel de daarbij behorende
gronden lucratief te exploiteren.
In februari 1853 verzocht hij namens de firma 'J. P. Hasselo Zn' om een
steenbakkerij te mogen oprichten. Die zonen waren Peter (21 jaar) en Peter
Hendrik (19 jaar), de jongste zoon Hendrik Willem was pas 6 jaar. De oven zou
worden opgericht op een stuk bouwland 'De Overmarsch' geheten en ka
dastraal bekend als E 224. Het lag ten zuiden van het huis en ongeveer 150 meter
29
DE HASSELO'S: STEENBAKKERS UIT ZUTPHEN