hoord, maar was niet voltallig. Men wil de kans aangrijpen om nu een t.b.c.-
vrije markt te krijgen. Dit vee wordt momenteel nog veel verhandeld van boer
derij tot boerderij. Tegenstanders zeggen dat een t.b.c.-vrije markt geen levens
vatbaarheid heeft, wat reeds gebleken is in bijvoorbeeld Borculo. Volgens de
heer Van Gelder is Zutphen altijd een markt voor slachtvee geweest en t.b.c.-
vrij vee is gebruiksvee. Uiteindelijk beslist de raad met 17 voor en 2 tegen dat de
Zutphense veemarkt t.b.c.-vrij wordt.
Dat een meerderheid niet altijd het gelijk aan zijn zijde heeft, blijkt uit het
voorstel dat B. en W. op 27 november 1953 aan de raad sturen. Daarin staat on
dermeer dat de poging om met een t.b.c.-vrije markt tot nieuwe mogelijkheden
te komen in geen enkel opzicht is geslaagd. De veemarkt heeft dan ook prak
tisch opgehouden te bestaan. Bij brief van 25 september 1953 is daarom het
oordeel gevraagd van:
de directeur van de veemarkt;
de plaatselijke marktcommissie;
de Nederlandse Bond van Groothandelaren in Vlees.
Uit de antwoorden blijkt dat het volgens de directeur geen zin heeft om nog eens
te trachten de veemarkt tot nieuw leven te brengen. De Nederlandse Bond van
Groothandelaren in Vlees heeft ook geen belang meer bij het voortbestaan van
de markt, terwijl van de plaatselijke marktcommissie niets werd gehoord.
B. en W. stellen daarom de raad voor de veemarkt per 1 januari 1954 op te
heffen.
Bij de behandeling in de raad wordt door een zestal leden het woord gevoerd.
Een raadslid vindt dat er veel en lang aan de veemarkt is gedokterd door des
kundigen. Jammer dat de veemarkt wordt opgeheven.Is een deel niet te behou
den voor keuringen? Is het wel verstandig om de veemarkt op te heffen? Want
mocht de toestand veranderen, dan zal het heel wat voeten in de aarde hebben
om de veemarkt terug te krijgen. Daarom stelt hij voor de markt voorlopig in de
ijskast te zetten, er wordt dan van het recht geen afstand gedaan en men kan de
markt ten allen tijde laten herleven.
Een ander noemt de gang van zaken zeer teleurstellend. De deskundigen wa
ren indertijd zeer optimistisch en de raadsleden hebben zich daarnaar moeten
richten. Zij hebben dit verloop niet kunnen voorzien. Zutphen heeft toch altijd
een bloeiende markt gehad. B. en W. hebben zich destijds ernstig afgevraagd of
het wel verantwoord was een dergelijk kostbaar karwei uit te laten voeren.
Maar de meningen van de deskundigen uit de vee- en vleeshandel hebben de
doorslag gegeven. De ontwikkeling met betrekking tot de veehandel en het
marktwezen heeft echter geen keer genomen. De kleine markten hebben geen le
vensvatbaarheid, de veehandel concentreert zich op de grote markten.
Ook wordt er nu betoogd dat een t.b.c.-vrije markt in Zutphen nooit wat kon
worden, aangezien er altijd een vet-veemarkt was geweest. Een andere factor
26