gen. Er is gegronde hoop dat, als de tijdsomstandigheden weer stabiel zijn, de aanvoer weer op een normaal peil zal komen. Het jaarverslag besluit met de wens dat de tijdsomstandigheden eenmaal weer zo zullen zijn dat de Zutphen- sche Veemarkt zich op kan werken tot een bloeiende markt. De aanvoer over 1938 1939 1940 Vette koeien, ossen 9885 15073 16337 Stieren lichte en zware 3860 2723 1672 Kalveren vette en gras- 13197 15840 11860 Kalveren nuchtere 721 1972 2342 Kalf- en melkkoeien 75 105 342 Guste koeien, pinken 343 465 734 Schapen en lammeren 1123 1291 701 Biggen 6002 4149 2094 35206 42598 36080 Op 26 mei 1941 krijgt de raad een voorstel te behandelen over het verplaatsen van de veemarkt. Men constateert dat er een bloeiende markt is, hoewel door de tijdsomstandigheden op het ogenblik wat minder. In 1939 is men begonnen met het bekijken van de mogelijkheden voor uitbreiding en verbetering. Men wilde een gedeelte van het terrein aan de noordzijde van de Dreef benutten, maar daar rezen van diverse kanten bezwaren tegen. Daarom wilde men overgaan tot het in z'n geheel verplaatsen van de veemarkt naar genoemd terrein. Door de heer sende omstandigheden kan dat plan niet ten uitvoer worden gebracht. Daarom is nu een plan ontworpen voor verplaatsing naar de Dreef, zonder uitbreiding van koestanden en hekwerken en dus alleen met gebruikmaking van de op de bestaande veemarkt aanwezige materialen. Bij behandeling in de raad blijkt dat één van de raadsleden vindt dat er ook een café moet komen. Het oude was volgens hem reeds te klein. Er is op het nieuwe terrein geen mogelijkheid om de zaken binnenshuis af te wikkelen. Zelfs om te telefoneren moet te ver worden gelopen. De nieuwe stallen van oude ma terialen hebben diverse bezwaren, b.v. het ontbreken van een gierkelder. Na het anwoord van de wethouder, die nog eens benadrukt dat men de huidige toe stand in het oog moet houden en dat ook G.S. aangedrongen hebben op verso bering, gaat de Raad akkoord met het voorstel van B. en W. om de plannen met het oog op de oorlogsomstandigheden geen doorgang te laten vinden. Door de zelfde omstandigheden werd er spoedig daarna in het geheel geen veemarkt meer gehouden. Na de oorlog bleken café's en stallen weg, evenals de aanvoer en het publiek. De Duitse overheersing had de veemarkt kapotgemaakt. In 1946 probeert men de draad weer op te pakken. Op 18 februari behandelt 21

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1985 | | pagina 23