J. KREIJENBROEK
Tot 1927 bleef de biggenmarkt in de Laarstraat. De Zutphensche Courant van
17 maart 1927 legt uit waarom verplaatsing noodzakelijk was. De oorzaak is te
zoeken in de Veewet van 1920, welke in artikel 5 bepaalt dat de Raad van elke
gemeente waar veemarkten worden gehouden, verordeningen moeten vaststel
len onder koninklijke goedkeuring, ter uitvoering van de van overheidswege te
geven voorschriften betreffende het veeartsenij kundig toezicht op veemarkten.
Ontbreekt zulk een verordening, dan is het eenvoudig verboden om veemarkten
te houden. Nu bepaalt het koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 5 der
Veewet dat het terrein bestemd voor veemarkt geheel van de openbare weg moet
zijn afgescheiden. Aan deze bepaling voldoet onze veemarkt aan de Noorderha
ven. Men heeft de uitvoering van dit voorschrift ten opzichte van varkens al
meer dan twee jaren getraineerd. Van gemeentewege werd er geen uitvoering
aan gegeven in het belang van de bewoners van de Laarstraat. Maar nu heeft de
directeur van het Veeartsenij kundig Staatstoezicht meegedeeld dat de aanvoer
van vee op de markt in de Laarstraat voortaan niet meer kan worden toegelaten
(o.a. in verband met het bestrijden van het mond- en klauwzeer en andere
besmettelijke veeziekten). En zo moest men van hogerhand gedwongen de han
del in varkens en biggen verplaatsen naar de veemarkt.
Op 17 maart is de eerste markt op het terrein van de veemarkt. De meningen
van kopers en verkopers zijn verdeeld, maar de aanvoer is goed: 390, tegen 260
biggen vorige week. Volgens dierenarts Heimans zou een overdekking ideaal
zijn, want bij regen kon het wel eens een grote modderpoel worden. Maar bij
overdekking zou marktgeld moeten worden geheven en dat zou wel weer op be
zwaren kunnen stuiten.
In de Zutphensche Courant van 16 maart 1927 staat het volgende.
Een lezer schrijf t ons: Wij weten het nu uit de mededeeling in de 'Z. Crt.dat op
hoog bevel de biggenmarkt in de Laarstraat opgeheven is. Morgen wordt die
voor het eerst aan de Veemarkt gehouden. Dit beteekent, dat de manden en de
kisten met biggen niet meer in eene behagelijke wanorde in de Laarstraat mogen
staanvóór de wagens en andere voertuigenwelke de boeren met hun varkent
jes naar de Laarstraat gebracht hebbendat al die aardige tooneeltjes van
groepjes koopers tusschen die rose getinte biggen met die kleine gespitste snoet
jes en zwarte kraaloogjesals dikke rollades tusschen het stroo der manden ver
scholen - dat die leuke tooneeltjes daar in de Laarstraat tot het verleden
behoren.
18
DE ZUTPHENSE VEEMARKT (III)
De periode 1927-1954