RONALD STENVERT
Met recht wordt Zutphen geprezen om z'n vele monumenten, z'n historische
stadsstructuur en z'n fraaie oude gebouwen. Het beeld van de stad wordt heden
ten dage nog altijd bepaald door de 374 officieel beschermde monumenten.
Naast deze monumenten, daterend uit tijden gelegen tussen 1300 en 1850, zijn
er nog diverse andere interessante gebouwen in de stad te vinden. Gebouwen die
niet op een monumentenlijst staan, omdat een van de belangrijkste criteria van
plaatsing tot voor kort de tijdslimiet van 1850 was. Panden die in aanmerking
kwamen, moesten immers minimaal 50 jaar oud zijn, en let wel, 50 jaar oud ge
rekend vanaf de eerste pogingen om tot een monumentenwet te komen, in 1901
Deze in wezen administratieve einddatum van 1850 verandert niet veel aan de
omstandigheid dat zich onder de later gebouwde architectuur hele interessante
en beschermenswaardige staaltjes van fraaie en goed ontworpen gebouwen be
vinden. Gebouwen waaraan ook in toenemende mate ontwerpers te koppelen
zijn. Deze ontwerpers en hun scheppingen uit de negentiende en twintigste eeuw
blijken onverwachts belangwekkend.
D. J. van Loo
Als voorbeeld van zo'n ontwerper wil ik in dit artikel iets vertellen over D. J.
van Loo, architect/bouwkundige werkzaam tussen 1901 en 1924. Over zijn per
soon is tot op heden weinig bekend, maar over zijn bouwkundige produktie
aanzienlijk meer. Van Loo behoorde tot een groep van mensen die in belangrij
ke mate eind negentiende en begin twintigste eeuw het uiterlijk van Zutphen
hebben bepaald. Zelfs op een zodanige wijze dat er momenteel nog vrij veel van
hun scheppingen overgebleven is. Namen van ontwerpers in dit verband zijn:
D.J. Itz (1828 - 1877), stadsarchitect tussen 1861 en 1877; zijn opvolger
F.H. van Etteger, stadsarchitect tussen 1878 - 1911; D.J. Lijsen, J.G. Mei
link, J. A. Gerritsen en J. Uiterwijk Wz, architecten te Zutphen.
Van de term 'architect' moeten we ons geen al te grote voorstelling maken.
Tot op heden is, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de beroepen notaris en advo
caat, architect een onbeschermd beroep. Een ieder die het zou willen kan zich
ongestraft architect noemen. Zo komt het dat velen uit die tijd die zich met de
naam architect sierden, geen opleiding hadden gehad zoals wij ons dat momen
teel voorstellen. Vanaf 1863 is er in Delft wel een Polytechnische School, waar
men aanvankelijk een civiel-technische en later een bouwkundige opleiding kon
volgen, maar daar hebben de genoemde personen niets mee van doen gehad. Zij
zijn 'selfmade architecten'bouwkundigen die in de praktijk het vak hadden ge-
11
D. J. VAN LOO, ARCHITECT TE ZUTPHEN