Stemcommissie en in de Commissie voor de Schouwburg. Hij vatte zijn studie
ernstig op, hoewel in tijd en wijle studeerkamer en tekentafel verlaten werden
zowel voor uitbundige jool als voor galant en statig vertoon. Er waren rij
partijen: "Het rijtuig, waarin de Senaat plaats nam, bleek echter niet sterk ge
noeg dit gewichtig ligchaam te torschen'De pret duurde dag en nacht. "In be-
wonderingswaardige orde liep het feest af, hoewel het tot laat in den ochtend
voortduurde, waarop de feestvierenden na tal van avontuurlijke tochten door
de pas ontwaakte stad hunne legersteden opzochten". De studenten konden ac
trices aanbidden: "Toen zij (de gevierde actrice, A.) ten tweeden male in Delft
verscheen vormden hare vurigste bewonderaars een eerewacht"; de Commissie
voor de Schouwburg bood de gevierde actrice een geschenk aan.7
Het doorgraven van de Landengte van Suez ging tijdens Abraham Bernar-
dus' studiejaren onder bovenmenselijke inspanningen gestadig voort. Eind
1869 werd het Suezkanaal met pracht en praal luisterrijk geopend; 74 gepavoi-
seerde schepen en vele hooggeplaatsten, waaronder vorsten en een keizerin,
waren aanwezig. Verdi componeerde speciaal ter gelegenheid van de opening
van het Suezkanaal de opera4 Aïda'waarvan de première in 1871 plaats vond in
Cairo. Ook in Nederland, en in het bijzonder onder de toekomstige civiel-
ingenieurs te Delft, was het enthousiasme uitzonderlijk groot. De zeeweg naar
Nederlands Oost-Indië (voorheen moest via Kaap de Goede Hoop heel Afrika
omvaren worden) was ruim 8000 km. verkort. Ferdinand de Lesseps had zich
onsterfelijke roem verworven.
Abraham Bernardus verkreeg kort daarop een ooggetuigeverslag uit de eerste
hand. In 1870 repatrieerden tante Jenneken en oom Jan Hendrik Croockewit
via het Suezkanaal, het achtste wereldwonder. In 1872 werd Abraham Bernar
dus bevorderd tot civiel-ingenieur en verliet hij Delft met grootse verwachtin
gen voor de toekomst. Hij was toen 23 jaar. Zijn held was Ferdinand de
Lesseps.
Verblijf te Carthagena en Panama
De eerstvolgende jaren was Abraham Bernardus Albers als civiel-ingenieur
werkzaam bij Waterstaat, o.a. te Puttershoek. Eindelijk, in 1879, hij was toen
dertig jaar oud, kreeg hij de kans ver van huis een boeiend project ter hand te
nemen, n.l. het moderniseren van het kanaal van Carthagena in Columbia in
het Noordwesten van Zuid-Amerika. Hij greep deze kans met beide handen
aan. De overtocht naar Carthagena, o.a. door de zeer onberekenbare Caribi
sche Zee, verliep zonder ongelukken.
Inmiddels had Ferdinand de Lesseps, o.a. aangemoedigd door zijn ongekend
succes met het Suezkanaal, het plan opgevat de Landengte van Panama te door
graven om een directe waterwegverbinding (het z.g. Wereldkanaal, later ge
noemd Panamakanaal) te realiseren tussen de Atlantische en de Grote Oceaan,
77