Een beeld van de varkensmarkt in de Laarstraat
aanwijzing van B. en W.; de vier grote najaarsbeestenmarkten worden gehou
den op de Zaad- en Houtmarkt. De paardenmarkt op de Boompjeswal en de
schapen- en varkensmarkt in de Laarstraat.
Op 20 februari 1877 ontvangt de Raad een brief van het bestuur van de Bij
zondere Christelijke School. Dit bestuur vestigt de aandacht op het gevaar
waaraan de kinderen van hun school zijn blootgesteld door het houden van
Beestenmarkten op de Paardewal. Daar de belangen van deze school samen
vallen met die van andere inrichtingen van onderwijs in dit gedeelte van de
stad, vertrouwt men erop dat bovengenoemde markt voortaan op een andere
plaats zal worden gehouden. Na discussie besluit de Raad op 23 april het ver
zoek af te wijzen, maar zodra de overname van de vestingwerken door de ge
meente tot afdoening is gekomen, zal er naar een geschikter plaats voor de
veemarkt worden omgezien.
In 1879 krijgt de Raad het verzoek om het aantal paardenmarkten, dat tot
op dat ogenblik vier bedraagt, uit te breiden tot een wekelijkse markt. De
Raad besluit negatief. Wel wordt beslist dat in het vervolg op de varkensmarkt
niet alleen biggen, maar ook levende vette varkens worden toegelaten. Na al
68
wK