oftewel 70°7o. Geen enkele patiënt bijvoorbeeld in de Lange Hofstraat of op
de IJsselkade, waar de woontoestanden aanmerkelijk beter waren.
Cholera is een snel verlopende ziekte, die in zeer korte tijd de dood ten ge
volge kan hebben. Men kan daarom aannemen, dat met de aangifte niet werd
gewacht. Uit de vergelijking van de bovengenoemde lijsten met de overlijdens-
registers bleek, dat 72,2 van de overleden patiënten binnen 24 uur is gestor
ven. De sterfte bij de mannen was hoger dan bij de vrouwen, resp. 66,7 en
62,3 Bij kinderen tot en met twaalf jaar bedroeg de sterfte 59,5
In totaal werd 40,7 °7o van de patiënten opgenomen in het gasthuis. De mili
tairen gingen naar hun eigen Infirmerie5 (4,6 van de patiënten). De overige
87 patiënten (54,7 bleven thuis en wel 58 van de mannen en 50,7 van
de vrouwen. Van het totaal aantal patiënten vormden de mannen 54 °7ode
vrouwen 46 °7o
Sociale gevolgen
Op een van de nominatieve lijsten zijn de patiënten grotendeels per straat en
op naam gerangschikt. Deze lijst is waarschijnlijk gehanteerd bij de afwikke
ling van de nasleep van de epidemie. Achter vele namen staat vermeld, dat bij
voorbeeld 1,50, 3, - 4, - enz. is betaald. Waarvoor werd betaald blijkt
niet uit deze lijst. De notulen van het Oude en Nieuwe Gasthuis melden, dat
de kosten van verpleging op de gemeente werden verhaald en wel op die ge
meente waar de patiënt of de vader van een minderjarige patiënt was geboren.
Waar de kostwinner is overleden is met potlood genoteerd: ''verdienste
weg" of "behoeftig". Dat de cholera de minder draagkrachtige, de slechter
gehuisveste inwoners van Zutphen trof, blijkt niet alleen uit het aantal patiën
ten in de Polsbroek en omgeving, maar ook uit deze potlood-aantekeningen:
in 31 gevallen is "verdienste weg" of "behoeftig" genoteerd. Slechts vier keer
staat er "gegoed".
De cholera-epidemie heeft menigmaal zeer dramatische gevolgen gehad, zo
als b.v. in het gezin waar binnen 48 uur eerst de moeder, daarna op één dag
drie kinderen en tenslotte de vader overlijdt. Hier staat in potlood achter:
"enig overgebleven kind aangenomen door. (volgt naam)." In een ander
geval treedt een broer van twintig jaar op als kostwinner voor de jongere kin
deren. Van de zeven overblijvende weeskinderen komen er drie bij anderen in
huis, vier gaan naar het Gebroeders Bakker's Weeshuis.
Eindverslag
In de raadsvergadering van 31 december 1866 brengt burgemeester Coenen
een eindverslag uit. Bij die gelegenheid werd iedereen bedankt, die zich ver
dienstelijk had gemaakt. Sommigen ontvingen bovendien een beloning. De
29