elk een wijk inspecteren op de "reinheid der woningen", mestvaalten, enz. Op
5 mei brengen de sub-commissies verslag uit, weer in aanwezigheid van de
burgemeester. Allen hebben klachten, zij het niet in dezelfde mate, over open
mestputten, open riolen, slecht afwaterende en daardoor verstopte en vervuil
de goten. Over de woningen zelf waren weinig klachten. De burgemeester
zegt, dat bestaande mestvaalten moeilijk kunnen worden weggehaald, omdat
men daarmee de kleine stukjes land bemest. Hij ziet geen heil in dwangmaat
regelen, maar verwacht meer resultaat "door zedelijken invloed, dan door ge
weld". De burgemeester beloofde het aanbrengen van verbeteringen te zullen
bevorderen, met name de "publieke privé's" in de Melatensteeg.
De epidemie
Dan wordt op 14 juni 1866 de eerste cholera-patiënt aangegeven, een beurt
schipper op Arnhem, 49 jaar oud, uit de Marspoortstraat. De man herstelde.
Op 20 juni volgt een bekendmaking van de Gezondheidscommissie in de
Zutphensche Courant over voorzorgsmaatregelen, desinfectie en opname in
het lazareth, "mogt de ziekte onverhoopt uitbreken". Geen woord over de
beurtschipper! Had men nog hoop, dat het bij dit ene geval zou blijven?
Op 3 juli worden twee broers in de Marspoortstraat aangegeven, die op de
zelfde dag overlijden. De Zutphensche Courant meldt de sterfgevallen op
4 juli.
In de Gezondheidscommissie maakt een aantal leden ("als huisvader") be
zwaar om huizen te betreden waar cholera heerst. Daarop worden de heren
J.F. Dietz en W. Hallegraeff speciaal belast met de desinfectie-werkzaam
heden. De heer Dietz, zo leerde het bevolkingsregister, was ongehuwd, de heer
Hallegraeff, apotheker, was weduwnaar.
Hoewel Burgemeester en Wethouders bij hun bezoek aan het Oude en Nieu
we Gasthuis op 28 juni "hunne tevredenheid hadden betuigd" met het laza
reth, vroegen provisoren van het O.N.G. zich op hun vergadering van 12 juli
af of men aan het lazareth wel genoeg zou hebben. Men besloot om B. en W.
te vragen een "doelmatige localiteit" ter beschikking te stellen. De gemeente
raad besluit op 24 juli om de af te breken vierde openbare school en "de wo
ning van wijlen den onderwijzer Semmelink" tijdelijk aan provisoren af te
staan.2
Het aantal cholera-patiënten nam ondertussen toe: 7 juli een vierde patiënt
in de Marspoortstraat, 8 en 12 juli twee patiënten om de hoek op de Barlheze.
Dan, op 24 juli slaat de ziekte over naar de beruchte Melatensteeg. Nu ver
spreidt de cholera zich snel: Laarstraat en Polsbroek volgen op 28 juli, respec
tievelijk 1 augustus. In de week van 30 juli-5 augustus worden zesentwintig
patiënten aangegeven, waarvan twaalf uit de Melatensteeg. In totaal overlij
den in die week veertien patiënten. Verdere maatregelen van gemeentewege
26