fol.43v Johann[es] Birchittus Danus.36 Marburg, 12 maart 1608. - Amicus magis necessarius, quam ignis et aqua. - Freundt thund mehr not, dan feuer, wasser undt brot. Noten bij de bijlage 1 Naam en plaats van herkomst zijn weergegeven zoals in het handschrift. Datum en plaats van inschrijving zijn gemoderniseerd. Kortheidshalve zijn stereotiepe opdrachten weggelaten. De spreuken zijn integraal opgenomen, behalve de vertaalde op fol.23v. 2 Duitse hand. Wellicht uit Asperg (Württemberg), en identiek met de naamgenoot die 19-5 1610 als Württemberger uit Owen-Teck te Siena werd ingeschreven. 3 Korte rok. 4 Mannelijk geslachtsdeel. 5 Adriaen van Blijenburgh, heer van Naaldwijk en ridder van Sint-Michiel (Dordrecht, 1589 1630), opvolger van zijn vader Jacob als waardijn van de Munt van Holland; in 1626 schout van Dordrecht (NNBW, IV, 174). Student te Leiden, 5-11-1605. 6 Contractie van: Fide sed cui fidas vide. Families met de naam Busius (Buys) en de voornaam Wolther (Gualtherus) komen in die tijd te Zwolle, Amersfoort en Middelburg voor. 7 Op 2-5-1610 ingeschreven in de Germaanse Natie te Siena. 8 Hieronymus de Backere uit Dordrecht promoveert tot U.J. Doctor te Orléans tussen 14 januari en 23 april 1609 (ADL, D217, fol. 598); te Leiden 26-8-1609 als U.J. Doctor inge schreven, 24 jaar oud. Mogelijk dus Johans metgezel op de terugreis. 9 Latijns spreekwoord: Amore, more, ore, re, nascuntur amicitiae. Volgens de opdracht was Jo- han Kaldenbach zijn "amicus, cognatus et conterraneus", dus vriend, bloedverwant en streek genoot. 10 .re sola fa.rebus op notenbalk (zie afb. 1). 11 Kwam uit Zwolle blijkens zijn inschrijving te Franeker, 29-3-1601, in de theologie. Hij was er nog in 1605 (gedicht in disputatie van Bernardus Jacobaeus, 1605; Prov. Bibl. Friesland, A 1669). Ingeschreven te Marburg op 27-10-1607. Mogelijk dus een reisgezel van Johan Kal denbach op de heenreis. Hij werd in 1609 aangesteld tot conrector van de Latijnse school te Zwolle, met de uitdrukkelijke opdracht de school "toe restaurieren", hetgeen hier ongetwij feld mede een protestantisering inhoudt; in 1637 was hij rector, maar overleed kort daarna. Hij trouwde met Aelken Buys, dochter van Johan, burgemeester van Zwolle - mogelijk een familielid van de Gualterus Busius die ook een opdracht in het album schreef? Zie over zijn conrectoraat: J.Frederiks, Ontstaan en ontwikkeling van het Zwolse schoolwezen tot om streeks 1700 (Zwolle 1960) 188-197. 12 Uit Kampen, blijkens inschrijving te Franeker, 23-4-1603. Arend van den Ruitenborch (1587/8-1647), in 1625 gecommitteerde ten Landdag van Overijssel voor Kampen, huwt Geer- truid Berck. Zoon van Steven, gecommitteerde ten Landdag, en van Elzabe Brant. Zie J. van Doorninck, Geslachtkundige aanteekeningen ten aanzien van de Gecommitteerden ten Land- dage van Overijssel (Deventer 1871) 411, 453. 13 Uit Huissen (zie de inleiding hierboven). Hans Hendrik van Bloemendael (ca 1583-1625), rit meester, 1617 drost van Vianen; huwt Eleonore Millinck. Zijn dochter Anna trouwt Berent Bentinck tot Diepenheim, waaruit alle grafelijke en baronale takken Bentinck. Hij was een zoon van Arnt, gegoed bij Doesburg en te Bemmel, en van Bertha Vaeck. Zijn grootvader Jo han, Guliks raad, was geadeld door keizer Karei V. Zie W. Wijnaendts van Resandt, "Genea logie van het adellijke geslacht Van Bloemendael", De Nederlandsche Leeuw 33 (1915) 65, 124. 53

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1984 | | pagina 31