ven? Mogelijk was Johan gewoon een te fatsoenlijk mens om zich naar de streken van de extremisten te voegen. Wellicht had hij, als zoon van een nieu we burger, ook de nodige schroom tegenover een jonker van oude familie. In elk geval vertelt Arnt meesmuilend de roddelpraatjes door die over de Kalden- bachs de ronde deden, net als over zoveel andere immigranten die van de ver warringen en verhuizingen uit de jaren van de Opstand gebruik maakten om en passant hun blazoen wat op te poetsen of zich er een nieuw aan te meten. Zo zou Johans vader Adam Kaldenbach uit armoede uit Duitsland zijn wegge trokken, eerst naar Kampen, dan naar Zutphen. Hij zou zich daar de familie naam van het beroemde Rijnlandse adelsgeslacht Von Kaldenbach hebben toegeëigend, maar eigenlijk Kahlkopf hebben geheten..43 Arnt noemt Johan dan ook een plebejusd.w.z. een burger, van niet-adellijke afkomst.44 Helemaal van waarheid ontbloot waren die roddelpraatjes niet. Johans va der Adam Johansz. had inderdaad enkele jaren te Kampen gewoond, na de inname van Zutphen door de Spanjaarden op 22 september 1583, vermoede lijk tot 1592. Maar daarvóór was hij, na het overlijden van zijn beide ouders, al op 18 maart 1575 burger van Zutphen geworden45 en daar kort voor 4 juli 1577 met Margriete, dochter van de Zutphense droogscheerder Hendrick in de Wuest, getrouwd. Uit recent onderzoek is gebleken dat hij uit Jüchen (niet ver van Erkelenz) in het hertogdom Gulik kwam - bepaald geen wereldstad.46 En het is allerminst onmogelijk dat de man nogal berooid naar Zutphen is ge komen. Op 17 maart 1575 wordt hij stadsprocurator,47 in 1581 landschrijver van het landdrostambt48 - ambten die wel wijzen op enige instructie (hij was dan ook in Düsseldorf en Keulen op school geweest,49 maar niet op fortuin. Het ging hem echter goed. Na zijn terugkeer uit Kampen wordt hij op 6 maart 1593 tot schepen van Zutphen gekozen, en op 13 juli 1609 tenslotte namens Zutphen tot lid van de Raad van State in Den Haag, waar hij overigens reeds op 31 augustus 1610 (10 september n.s.) stierf.50 Een hogere functie was in de toenmalige Republiek nauwelijks denkbaar geweest. Maar die maatschappelijke stijging had niet vanzelf gesproken. In 1591/92 moest Adam eigenlijk afstand doen van het landschrijversambt omdat hij, hoewel als burger beëdigd, een geboren "uitheemse" was; hij kreeg echter toestemming dat ambt voor zijn zoon Johan tot diens meerderjarigheid te blij ven waarnemen.51 Johan gold dus wel als een geboren "landzate". Hij zal derhalve te Zutphen het levenslicht hebben gezien, denkelijk in 1583 (gezien de leeftijd van 22 jaar die hij in 1605 te Leiden opgeeft), in welk jaar zijn va der blijkens een brief inderdaad nog te Zutphen woonde.52 Wanneer Johan in 1608 meerderjarig wordt - toenmaals op 25-jarige leeftijd - wordt het recht op het landschrijversambt aan zijn jongere broer Leonard overgedra gen.53 Johan was toen trouwens nog op reis in Frankrijk en kon zekere hogere ambities doen gelden, hetgeen zijn vader bewogen zal hebben voor zijn jonge- 46

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1984 | | pagina 24