Zweed Laelius, een week later aangekomen, en in 1608 als de Deen Rhudt en de Lüneburgse edelman Von Erffa, die alle drie als "convictor" of "commen- salis" Johans album tekenen. Van Marburg uit is Johan in de winter van 1607/08 enige tijd een kijkje gaan nemen in het beroemde, in 1599 gestichte adelscollege te Kassei (de "aca- demia Mauritiana"); hij is daar de huisgenoot van Johann Sturmius uit Kö- then (Anhalt), die in maart met hem teruggereisd schijnt te zijn naar Marburg. Geen van beiden was overigens van adel, maar wellicht heeft Herman Schim- melpenninck de deur voor hen in Kassei op een kier kunnen zetten. In Mar burg is Johan Kaldenbach te kort gebleven om er echt te kunnen hebben stu deren, maar losse colleges zal hij er wel hebben gevolgd. In elk geval is hij er medio maart uitgekeken en vervolgt hij dan in snel tempo zijn reis naar het tweede grote doel, Orléans. Op 23 maart 1608 is hij in Heidelberg, ruim twee weken later al in Lausanne, en nog diezelfde maand april in Genève.26 Vandaar trekken Herman en Johan - ongetwijfeld via Lyon en daarna de Loire stroomafwaarts - naar Orléans, waar zij zich op 5 mei 1608 gezamen lijk bij de Germaanse Natie laten inschrijven.27 Het eerste wat Johan daar deed, was de graad van doctor in de beide rechten halen op 31 mei 1608.28 Voor een promotie in Orléans werd dan ook niet veel geleerdheid geëist.29 De rest van zijn verblijf daar zal gewijd zijn geweest aan toerisme, het aanleren van sociale vaardigheden (men kon er lessen nemen in dansen, paardrijden, luitspel, enz.) en het gezelligheidsleven in die streek, waarvan de wijn beroemd was; bovendien hingen de burgerzoontjes er graag de edelman uit, dank zij het recht op het dragen van een wapen dat de studenten van Orléans hadden. Dat Johan in het gezelligheidsleven actief was, blijkt hieruit dat hij al op 3 juni tot senior van de Natie wordt gekozen, op 25 augustus tot assessormaar op 16 september legt hij dit laatste ambt neer, wegens zijn vertrek.30 Hier zijn Hermans en Johans wegen gescheiden, want Herman wordt diezelfde dag tot Johans opvolger als assessor gekozen overigens vertrekt ook hij een paar dagen later al weer.31 Mogelijk toch weer Johan achterna? Het zal niet moeilijk zijn geweest deze in te halen, want hij volgde de gebrui kelijke route. Wellicht per boot ging hij naar Angers, een andere beroemde universiteit die bij de Nederlandse en Duitse studenten zeer in trek was en waar eveneens van alles te doen was. Te Angers ontmoette Johan o.a. Nico- laus van Reigersberch, toekomstig zwager van Hugo de Groot. Maar hij schijnt er geen rij- of schermles te hebben genomen zoals enkele jaren later zijn stadgenoten Alexander van der Capellen (1619) en Alexander Schimmel- penninck (1635) dat zouden doen.32 Via Saumur (februari 1609) komt Johan op 13 april 1609 dan weer in Orléans terug, waar hij onmiddellijk opnieuw tot senior wordt gekozen.33 Tot de terugreis zal het gebruikelijke uitgebreide be- 44

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1984 | | pagina 22