te Franeker, vervolgens secretaris van die stad en de universiteit aldaar, en ten
slotte schepen van Franeker.7 Toen Johans nageslacht (in tegenstelling tot dat
van zijn broer Leonard) aan het eind van de 17de eeuw in mannelijke lijn uit
stierf, is het album in het bezit gekomen van de Middelburgse burgemeester
Willem Parker, die het op 19 februari 1733 ten geschenke gaf aan de Haarlem
se burgemeester Mr. C. A. vanSijpesteijn (1694-1744), een bekend verzame
laar van boeken en handschriften (fol. 3r)- Van deze stamt mogelijk de ver
keerde titel en het plaatsnummer 488 op fol. lr. Ongetwijfeld door aankoop
raakte het album vervolgens in het bezit van Sir Thomas Phillips (1792-1872)
te Cheltenham, de grootste particuliere handschriften-verzamelaar aller tijden
(zijn stempel staat op de binnenzijde van het voorplat). Als nummer 2210 uit
die collectie werd het in 1912 geveild en aan de Preussische Staatsbibliothek
te Berlijn verkocht, waar het onder plaatsnummer 4'Album amic. 68" werd in
geschreven (fol. lr). Na de Tweede Wereldoorlog is deze collectie overge
bracht naar Kraków, waar het album thans, voorlopig onder hetzelfde num
mer, te vinden is.8
Johan Kaldenbach heeft het album, uitgevoerd in handig zakformaat, al
leen op zijn reizen gebruikt en niet, zoals sommigen wel deden, de nog lege
bladzijden later door familieleden, collega's of kennissen laten opvullen.
Daarom is slechts een deel van de bladzijden beschreven.9 Wapentekeningen
komen er niet in voor. Wel een muzikale rebus (zie afb. 1). In totaal staan tus
sen fol. 12r en 43v opdrachten van 29 medestudenten, door Johan her en der
op zijn reizen ontmoet, nog afgezien van een anoniem, erotisch Frans sonnet
(fol. 13v), dat waarschijnlijk niet door Johan zelf in het album geschreven
is 10, maar gezien de spelfouten in elk geval ook niet door een Fransman. De
opdrachten zelf zijn alle min of meer stereotiep: de student schrijft in het La
tijn, Grieks, Frans of Duits een spreuk, enkele dichtregels of een paar initialen
in het album, en daaronder in het Latijn een ondertekende opdracht aan
Johannes Kaldenbach, met vermelding vau plaats en datum (zie afb. 1). In de
bijlage hierachter staan voor elk beschreven albumblad naam, plaats en da
tum van inschrijving, alsmede de spreuken, dichtregels of initialen aange
geven.
Confrontatie van de gegevens uit het album amicorum met wat ons uit an
dere bronnen bekend is, maakt het mogelijk Johan Kaldenbach's studiejaren
met een vrij grote nauwkeurigheid te reconstrueren. In zijn jonge jaren is hij
eerst leerling geweest van de Latijnse school te Zutphen, met name onder de
uit Duitsland gevluchte conrector Bernard Schiffort.11 Vermoedelijk is Schif-
fort zijn laatste meester op de Zutphense school geweest, want in 1599, pas
zestien jaar oud, begon hij al aan zijn studieverblijf buiten de stad, waar hij,
op korte onderbrekingen na, eerst tien jaar later zou terugkeren. Op 7 mei
1599 werd hij dus ingeschreven als student te Franeker, ongetwijfeld in de let-
40