onder raadspensionaris Rutger Jan Schimmelpenninck - van een nieuw
nationaal belastingstelsel in 1805. Daarmee hing rechtstreeks samen een
reorganisatie van de departementsbesturen, die hun bemoeienis met de
belastingheffing grotendeels kwijt raakten en in omvang teruggebracht wer
den van 12 tot 6 leden.
Ook de bevoegdheden der stadsbesturen op dit gebied werden sterk be
perkt. In de bestuursvorm der steden komt echter pas verandering in 1808,
wanneer de regelingen van koning Lodewijk Napoleon in werking treden.
Een burgemeester, bijgestaan door vier wethouders, gaat dan de stad bestu
ren, waarmee dus een einde komt aan de collegiale bestuursvorm die gedu
rende vele eeuwen werd toegepast.
Noten
1 H.T. Colenbrander, Gedenkstukken der Algemeene Geschiedenis van Nederland. Deel 4,
p. 673.
2 Beschreven door drs. H. J. J. Hendriks in de bundel Nijmegen onder Raadpensionaris, Ko
ning, Keizer en Soeverein Vorst. Gelderse Historische Reeks II, p. 19 e.v.
3 H.T. Colenbrander, op.cit.
4 Mr. A. S. de Blécourt, De organisatie der gemeenten gedurende de jaren 1795-1851Haarlem
1903, p. 15.
Biografische gegevens over de leden van het stadsbestuur van Zutphen 1802-1808
Evenals bij het artikel over het Stadsbestuur in de periode 1795-1802 werden de biografische
gegevens in overleg met de auteur samengesteld door de Werkgroep Genealogie van de
Historische Vereniging Zutphen.
- Mr. Andreas Ardesch, 1772-1837, zoon van oud-burgemeester van Harderwijk, student
Harderwijk 179 1promotie aldaar 1797, lid Constitutionele Magistraat (raadsvriend) 1802,
groot burgerrecht Zutphen 1803, richter Dorth 1803, vroedschap Zutphen 1808, lid ge
meenteraad 1816-1837, provisor Oude en Nieuwe Gasthuis 1819. Zie Mr. J. van Doorninck,
Geslachtkundige Aanteekeningen t.a.v. de Gecommitteerden ten Landdage van Overijssel,
vijfde stuk, Deventer 1871, p. 734, en Nederland's Patriciaat 1960, p. 234, in voce De
Meester (voor zijn ouders).
- Mr. Johan de Bruyn, 1771-1839, kleinzoon van oud-burgemeester van Zutphen, student
Harderwijk 1789, promotie aldaar 1793, lid Constitutionele Magistraat (raadsvriend) 1802,
wethouder 1808-1811, vrederechter, lid gemeenteraad 1816-1839, lid Provinciale Staten
van Gelderland. Zie Nederland's Patriciaat 1953, p. 33.
- Jonkheer (1814) Frederik Robert Godert Cornelis van der Capellen, heer van den Dam,
1766-1818, zoon van oud-burgemeester van Doesburg, student Leiden 1787, in de ridder
schap van Zutphen 1788 (ancien régime), lid Constitutionele Magistraat (raadsvriend) 1802,
raadslid 1811-1813, in de ridderschap van Gelderland 1814 (koninkrijk), lid gemeenteraad
1816-1818 (bewoont en overlijdt huize den Dam, Gorssel). Zie Nederland's Adelsboek
1941, p. 36.
15