Mr. Jan Carcl van der Muelen, wethouder van Zutphen 1802-1808. maar zij behoren allen tot een jongere generatie. De bestuurlijke ervaring ligt hier duidelijk bij de leden die gecontinueerd werden. Alleen de niet toegetreden Van Westerholt had van 1792 tot 1795 deel uitgemaakt van de Zutphense vroedschap. Nadien was hij overigens lid geweest van de munici- paliteit van Vorden. Ook nu koos hij voor een bestuursfunctie op het platte land: in 1803 aanvaardde hij een benoeming tot officier van het scholtambt Zutphen. Behalve door het niet toepassen van het beginsel van volkskeuze, betekent het optreden van het nieuwe bestuur ook vanuit andere oogpunten een stap terug: doopsgezinde, lutherse en rooms-katholieke leden ontbreken, evenals bakkers, kooplieden en leerlooiers. Er zit weer een volledig Hervormd gezelschap van professionele regenten op de kussens. Deze terugkeer naar oude structuren deed zich in het gehele land voor, maar is vooral in Gelder land zeer opvallend.4 In het landsbestuur werden in de volgende jaren echter wel belangrijke veranderingen doorgevoerd die ook hun invloed hadden op de departe- ments- en stadsbesturen. Vooral valt daarbij te denken aan de invoering 14 I

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1984 | | pagina 16