vestigde. Hij kocht mei 1801 het pand Lange Hofstraat 29 waar hij zijn apotheek hield. Henricus stierf 31 januari 1814; zijn weduwe Catharina Swalm bleef achter met één zoon Willem (16 jaar) en vijf dochters. De apotheek Lange Hofstraat 29 (tot voor kort de antiekwinkel "De Kleine Hollandse Tuin") werd onder kundig beleid van de weduwe voortge zet. De zoon Willem Hallegraeff vestigde zich echter als apotheker in het pand Houtmarkt 79. Door zijn huwelijk op 11 december 1822 met Geer- truid Jolijn kwam de vijzel in het bezit van de familie Hallegraeff. Waar is de vijzel gebleven? In zijn boek Nederlandse vijzels beschrijft Dr. D. A. Wittop Koning hoe aan het eind van de dertiende eeuw de eerste apotheken in de grote steden kwamen. Zij hadden behoefte aan vijzels, vooral aan grotere dan in de huishouding werden gebruikt. Aan het eind van de achttiende eeuw komt door de industrialisatie de groothandel-fabrikant in de farmaceutische branche op die de apotheker zijn grondstoffen in elke gewenste graad van fijnheid levert. In de apotheek was de vijzel overbodig geworden. Zij werden te koop aangeboden. Vele vijzels verdwenen naar het buitenland, de beste exemplaren kwamen in musea terecht. In mei 1890 beëindigde Jacob, de zoon van Willem Hallegraeff, zijn werk in de apotheek en verliet Zutphen. De vijzel verkocht hij aan de antiquaar M.Jacobs. Een telefoontje in januari 1975 aan dr. D. A. Wittop Koning, apotheker te Amsterdam, gaf het volgende resultaat. Tijdens een congres in kasteel Wa- wel (nu museum) te Krakau (Polen) werd dr. Wittop Koning gevraagd te komen kijken naar een vijzel die Nederlands leek, maar het Poolse wapen met de adelaar droeg. Het bleek de in 1683 in opdracht van Arnolt Francken gegoten vijzel te zijn. In een toelichtende verklaring schrijft Dr. Wittop Koning: "Ik heb het stuk gezien en het is natuurlijk niet de Poolse adelaar maar die van het Deventer wapen, zoals Schimmel6 die gebruikte op zijn vijzels. Het randschrift luidt: 'ARNOLT FRANCKEN ME FUNDERE JUSSIT 1683'. De friezen zijn: a. de bloemvaas met maskers, b. adelaars met het wapen van Deventer". De directeur van het museum Kasteel Wawel, prof. dr. Jerzy Szablowski, stuurde op verzoek een grote foto van de vijzel, die 37 cm hoog is met een diameter van 46 cm. Hij deelde mee dat de vijzel 18 november 1938 was aangekocht bij de antiekhandelaar Pollack en Winternitz te Wenen voor de collectie van het museum te Krakau. Dit jaar viert Arnold Francken's vijzel zijn 300-jarig bestaan, ver van zijn geboortegrond. Dit feit is toch wel de moeite van het vermelden waard. 76

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1983 | | pagina 6