8 N.A.Z. inv.nr. 45 (notulen gemeenteraad 12 juni 1854).
De totale ontmanteling van de vestingwerken werd pas mogelijk door de Vestingwet van
1872. Vgl. mijn artikel over de ontmanteling in Oud-Zutphen (nr. 1, 1981).
9 Bij dit alles stond mogelijk het voorbeeld van Arnhem voor ogen, waar na 1815 de
vestingwerken waren gesloopt en vervangen door fraaie stadsuitbreidingen. Omstreeks
1853 werd een nieuwe Rijnkade met herenhuizen aangelegd. (S. J. Fockema Andreae- De
uitbreiding der stad Arnhem tusschen 1815 en 1875; in Gelre XXVIII (1925), p. 139-183.
10 Zutphensche Courant 25 maart 1854.
11 N.A.Z. inv.nr. 46 (notulen gemeenteraad).
De gronden werden door het Rijk aan de gemeente in erfpacht gegeven; de gemeente gaf de
gronden op haar beurt in erfpacht aan de particulieren. Bij de vestingwet van 1872
vervielen de beperkende voorwaarden.
12 De definitieve overeenkomst werd 28 december 1855 gesloten.
13 De kosten van de bouw van de kademuur bedroegen 50.000,-.
14 Gemeenteverslagen 1855-1857.
15 Gemeenteverslag 1858.
16 N.A.Z. inv.nr. 50 (notulen gemeenteraad).
17 L.B. W. Langenberg, geboren te Zutphen op 15 november 1814, was tot 1860 bij de
gemeente in dienst als stadsarchitect. Hij ontwierp onder meer het Luthers Hofje (1850
geopend), het bebouwingsplan voor de Wanne (1851) en was prijswinnaar met zijn ontwerp
voor een nieuw weeshuis (1852).
18 Notariële akten van veiling van de bouwpercelen aan de IJsselkade (o.a. akte no. 2757 van
notaris W. J. C. Putman Cramer, geregistreerd 26 november 1860). Aan deze akten zijn in
een aantal gevallen de geveltekeningen gehecht.
19 Hier stond nog een aantal pakhuizen en de restanten van het Molenbolwerk. Het wachten
was op verdere overdracht van militaire gronden door het Rijk aan de gemeente.
20 Gemeenteverslagen 1860-1863.
21 N.A.Z. inv.nr. 51-53 (notulen gemeenteraad 1860-1862).
22 N.A.Z. inv.nr. 55-61 (notulen gemeenteraad 1864-1870).
23 Bevolkingsregister Zutphen.
24 S. J. Fockema Andreae - Duizend jaar bouwen in Nederland, dl. II, Stad en dorp, Amster
dam 1957, p. 66.
25 Zutphensche Courant, 27 augustus 1853.
60
R us tig gelegen
in het "oude" hart