weten te komen zal er meer moeten worden opgegraven. Tot slot moet ik sterk benadrukken dat van de latere palts met het tufste nen gebouw nog maar een gedeelte van het gehele complex is gevonden! Paltsen bestaan meestal uit een hoofdgebouw met bijgebouwen, zoals b.v. de 10de-eeuwse Bisschopshof in Deventer.43 Aan de noordkant van het 's Gra venhof stond in de 16de eeuw vermoedelijk nog één van deze bijgebouwen.44 Op het 's Gravenhof zit nog veel meer in de grond! Een derde onderzoeksthema dat door de 's Gravenhof-vondsten wordt opgeroepen, is de kwestie van de rol van de palts in de vroegste geschiedenis van Zutphen. De palts als kiem van Zutphen is een door velen geaccepteerde visie, maar in feite is het nog slechts een hypothese met weinig bewijzen. Het uiterlijk van het 9de-eeuws Zutphen blijft dus nog een mysterie, evenals de ontwikkelingen van de 9de tot de 13de eeuw. Het wordt tijd dat er meer stadskernonderzoek wordt gedaan. Addendum Na voltooiing van dit artikel is mij een opgravingsplattegrond onder ogen gekomen die nagenoeg identiek is met de Zutphense "houten hal". Het betreft een rechthoekig éénschepig houten gebouw met paarsgewijs geplaatste vier kante paalgaten, 6-7 meter breed en 37 meter lang, dat in 1981 door P. B. Kooi is opgegraven te Peeloo in Drente. Het dateerde vermoedelijk uit de 12e, 13e eeuw en maakte deel uit van een curtis! Noten 8 Elke vondst was destijds voorzien van een vondstnummer, dat op de scherven met zwarte inkt was opgeschreven. Dit vondstnummer is op de veldtekeningen genoteerd op de plek waar het betreffende stuk is gevonden. 9 Sommige tekeningen zijn waarschijnlijk kopieën. 10 Renaud 1950. 11 Berendsen e.a. 1975 blz. 43. In Engeland zijn er enkele vroegere voorbeelden bekend. 12 Van Es en Verwers 1980 hst. IX. 13 Van Beek en Van Vilsteren 1980 blz. 33-43. 14 Als gevolg van verbranding van het mageringsmateriaal in de oven is het oppervlak pokda lig geworden. 15 In het derde kwart van de 13de eeuw wordt het Pingsdorf-type aardewerk verdrongen door het vroege steengoed met ijzerengobe. 16 Van het handgevormde aardewerk wordt in het algemeen aangenomen dat het een lokaal produkt is, vooral vanwege het feit dat het ook nog wordt gevonden in nederzettingen waar geïmporteerd gedraaid aardewerk nauwelijks of niet aanwezig is. 17 De vondsten van de archeologische werkgroep van de Historische Vereniging uit de Bak kerstraat en de Waterstraat geven hetzelfde beeld. 18 Van Beek en Van Vilsteren 1980 blz. 87. 19 B.v. in Kootwijk 30% (Heidinga 1973, Heidinga 1981) en in Aalten minder (Schut 1982). 20 Van Beek en Van Vilsteren 1980 blz. 87. 45

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1983 | | pagina 23