Overzicht van het gevonden aardewerk De in het museum aanwezige scherven heb ik als volgt gedetermineerd: handgevormd 41 (waarvan vijf late kogelpotbaksels), Badorf-type 9 (met radstempeldecoratie), Badorf- of Pingsdorfachtig baksel 7 (onversierd), Pingsdorf-type 11 (beschilderd), Andenne 5, Paffrath 1vroeg steengoed 60, blauwgrijs 19, rood aardewerk met loodglazuur (grapen en borden) 13, gelig-wit aardewerk met groene of gele glazuur 7, Siegburg steengoed 21, Raeren of Westerwald steengoed 1 en ander materiaal uit de 15de eeuw of later 15 stuks, 2 fragmenten van pijpaarden beeldjes en een gedeelte van een kacheltegel (wit baksel met gele, bruin gespikkelde glazuur). De verhouding van het aantal Pingsdorf- en Badorf-type scherven t.o.v. het aantal handgevormde is 27 :41. Van de enkele Paffrath-scherf en de vijf Andenne-scherven kunnen enkele ook van vóór 1225 dateren.15 Als men aanneemt dat al het handgevormde aardewerk lokaal geproduceerd is,16 bestaat bijna de helft van de scherven van vóór 1225 uit import.17 Ook voor Deventer is dit geconstateerd (ca 50 import).18 Voor de agrarische neder zettingen langs de IJssel ligt dit aandeel van import lager.19 Vermoedelijk is Zutphen even nauw bij de handel over de IJssel betrokken geweest als Deventer. Zwolle - met slechts 7-9 import-aardewerk in de Karolingische tijd en 18-22 in de 10de- begin 13de eeuw - was minder bij deze handel betrokken maar diende vermoedelijk toch als overslagplaats voor de Vecht streek: de dorpjes hier hebben minder dan 1% import-aardewerk.20 Wat betreft de herkomst van het Pingsdorf-materiaal is er nog veel te onderzoeken. Dit aardewerk is genoemd naar een belangrijk produktiecen- trum ervan nabij Keulen, maar ook uit andere plaatsen in Duitsland is de produktie ervan bekend.21 Het best onderzochte produktiecentrum is dat van de Zuidlimburgse plaatsen Brunssum, Schinveld en Nieuwenhagen.22 De handel van aardewerk uit laatstgenoemd gebied heeft vermoedelijk vooral via de Maas gelopen. Een ander produkt dat via de Maas werd verhandeld, is aardewerk uit het Belgische Andenne.23 In Zutphen is An denne zeldzaam, evenals in Zwolle,24 zodat men kan aannemen dat het meeste Zutphense "Pingsdorf" langs een andere route hier is gekomen, bijvoorbeeld via de Rijn uit Duitsland.25 Vergelijking van de houten hal met bekende houten gebouwen Renaud veronderstelde reeds dat de houten hal een directe voorganger van de tufstenen grafelijke palts zou zijn. Hij kende echter geen parallellen, zodat hij er geen andere argumenten voor had dan dat de hal onder de latere palts was gevonden. Sedert 1950 zijn er veel houten gebouwen uit opgravin- 41

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1983 | | pagina 19