Doordat op de tekeningen de chronologische volgorde van diverse grondsporen niet duidelijk was, bleken slechts dertien scherven gegevens op te leveren over de grondsporen van de houten constructies: - uit de wandsporen van de houten hal komen zes kogelpotscherven, en een onversierde wandscherf van een zacht lichtoranje krijtachtig baksel, dat vermoedelijk "Badorf'-keramiek is (late 8ste- begin 10de eeuw 12). Drie van de kogelpotscherven zijn randscherven met een S-vormige doorsnede (vermoedelijk dateerbaar in de 9de-llde eeuw,13 waarvan er één draai- sporen vertoont (afb.4 nrs. 95, 86 en 87); - uit het noord-zuid gerichte spoor ten westen van de hal komt een Badorf- type randfragment met oor, met radstempelindrukken versierd (afb.4 nr. 99); - uit de paalkuilen ten noorden van de hal in put I komen een Badorf-type randscherf met radstempelversiering (afb. 4 nr. 80), een scherfje van een Badorf- of Pingsdorfachtig baksel, en twee kogelpotscherven. Van deze laatste is er één met organisch materiaal gemagerd: het heeft een zgn. "blasige Oberflache" 14; - uit een rechthoekige kuil in de zuidwesthoek van put I komt een vroeg steengoed scherf (13de-14de eeuw). De vondsten zijn te gering in aantal om de betreffende grondsporen nauw keurig te mogen dateren, maar een Karolingische ouderdom van de houten hal is niet onaannemelijk. fl a Od u Dn 00 OOOOOV 00 Wl ov 0 0 0 PooooaoDooOS Afb. 5. Badorf-type scherven gevonden bij de 's Gravenhof-opgraving. 40 0"ZrC DL. CAC DOC Q C 00 5 cm QflDQ4PC-'ro ^ODO .5 o O O r&ZO /I S) *3 £3 d O O p. V* d

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1983 | | pagina 18