Gerrit Jan Harmsen, Ludolf Frederik Hendrik van Heeckeren, Johan Hae-
sebroeck, Gerrit Jan Wijers, Joost Isaac Schluiter, Johan Weerts, Frederik
Christiaan Colenbrander, Jan Carel van der Muelen, Berend Wildrik, Johan
Lulofs, Govert Anne Verstege en Gerrit Willem van Lamsweerde.
De omvang van dit college van twaalf leden was gelijk aan die van het
vroegere college van burgemeesters en schepenen. Er vond een verdeling
van werkzaamheden plaats in zes portefeuilles, waarbij steeds twee leden
voor bepaalde zaken verantwoording droegen. Het voorzitterschap wisselde
maandelijks. Van tijd tot tijd werden er plenaire vergaderingen van stemge
rechtigde burgers gehouden in de Walburgkerk.
In dit gekozen college treft men negen leden aan die ook reeds op 4 fe
bruari op de voorgrond waren getreden. Dit geldt niet meer voor mr Bernard
Joost Verstege, die zich waarschijnlijk ook niet kandidaat had gesteld. Het
opnemen van deze door jicht geplaagde oud-burgemeester onder de provi
sionele representanten moet gezien worden als een eerbetoon aan de man
die na een langdurig burgemeesterschap in 1787 uit zijn ambt was ontzet
wegens zijn patriottische gezindheid. Men droeg hem op de avond van de
vierde februari in zijn leunstoel naar het stadhuis.2
Het stadsbestuur telde thans voor het eerst sinds lange tijd een rooms-ka-
tholiek tot zijn leden (Van Lamsweerde), terwijl later ook doopsgezinden en
lutheranen toetreden. Tijdens de Republiek konden alleen leden der her
vormde staatskerk deze functies bekleden.
Reeds spoedig deden zich wijzigingen voor in de samenstelling van het
College. Enkele leden traden af wegens benoeming in functies op provinciaal
of nationaal niveau (Wildrik, Schluiter en Weerts), twee anderen (Colen
brander en Wijers) moesten aftreden wegens afkeuring van hun beleid ten
aanzien van de inkwartiering der Franse bezettingstroepen. Zij werden
overigens in 1797 gerehabiliteerd en Wijers weïd in 1799 opnieuw tot lid van
de Municipaliteit gekozen. Ook in de volgende jaren deden zich enige malen
vacatures voor, zoals door het overlijden van Van Heeckeren in 1798.
In dit jaar doet zich een nog veel ingrijpender verandering voor als op
2 april 1798 een geheel nieuw "gemeentebestuur" de macht in handen
neemt, als gevolg van de regeringswisseling in Den Haag na de staatsgreep
der Unitarissen op 22 januari. Dit bestuur van zeven leden bestond uit:
Coenraad Post, Peter Hendricus Haak, Jacobus Anthony Roelofzen, David
van Sonsveld de Roller, Jan Gijze, Gerhard Kaecks en Jan Bisschop.
Dit bestuur wordt echter reeds na enkele maanden, op 5 juli, weer vervangen
door een Municipaliteit, waarin verschillende leden uit de vorige periode
zitting hebben.
2