nimmer de nadruk valt op de scribent, maar steeds op die van de stad
Zutphen. Gimberg is in deze krant Zutphens grootste ambassadeur.
Zijn deelname aan activiteiten van verenigingen met een zo verschillende
interesse vindt haar weerslag in de door hem gepubliceerde artikelen en in de
naar hem genoemde collectie. Vóór alles mag en moet gezegd worden dat hij
altijd bereid is geweest voorlichting te geven over de geschiedenis van zijn
eigen stad Zutphen opdat deze geschiedenis zou doorklinken in de tijd. Tot
in deze tijd!
Waardering en kritiek
Wanneer Gimberg is overleden, wordt over hem zeer loffelijk geschreven.
Het spreekwoord "over de doden niets dan goed" is ook hier van toepassing:
"een braaf man, een voortreffelijk vader, een liefhebbend echtgenoot die
voor allen, die aan zijn zorgen waren toevertrouwd, gearbeid heeft met nooit
falende kracht. Een uitnemend voorbeeld voor zijn gezin".4 Gimberg wordt
beschreven als iemand met een aangeboren hartelijkheid en een innerlijke
vriendelijkheid, met oprechte trouw in zijn vriendschap. Gimberg heeft
nimmer snel zijn oordeel klaar over iemand anders. Zeker niet wanneer hij
zelf niet precies en onbetwistbaar weet dat het gelijk helemaal aan zijn kant is
en dat daarom een afkeurend oordeel op z'n plaats is. Gimberg kon "toornen
tegen leugen en bedrog en huichelarij, kwade trouw en schraapzucht en
hebzucht en drang naar het bezit van het geld-om-de-macht! Maar toch: hoe
mild kon zijn oordeel wezen als hij wist dat gemis aan weerstand tegen de
verleiding iemand ten val had gebracht. Daarvoor was hij te zeer filosoof om
dan nog te blijven veroordeelen".5
Gimberg is een eenvoudig man geweest en gebleven. Maar tegelijk een die
zijn waarde voelde. Daarin mocht niemand hem aantasten. Hij zou daartoe
ook nooit iemand de kans geven! Of hij ook koppig is geweest? Eigenzinnig?
Gimberg is in ieder geval wel iemand geweest die volstrekt ontoegankelijk
was voor pogingen (van wie dan ook) om hem anders te laten schrijven of
spreken dan zijn hart het hem had ingegeven. Zijn mening heeft hij nooit
onder stoelen of banken gestoken, nee, deze werd door hem "verkondigd"
als de enige juiste, en wee degene die die juistheid waagde te betwijfelen! Hij
kon hierin stellig zijn: hij had altijd alles tot op de bodem nagezocht en
uitgepluisd. Daarmee was het voor hem zonneklaar dat het gelijk aan zijn
kant stond wanneer hij tegenspraak kreeg. Daarom ook kon hij zo onbarm
hartig zijn en ook wel hooghartig tegenover hen die het waagden hem te
bekritiseren zonder enig verstand van het onderwerp te hebben. Deze trek
van Gimberg mag voor sommigen wat onplezierig overkomen, toch moet
gezegd worden dat hij een gemoedelijk man was. In Zutphen was hij gewel-
11