Jachymow bij Karlovy Vary Karlsbad) in Tsjecho- Slowakije. De zilveren munt
werd naar de vindplaats van het zilver Joachims thaler genoemd. Later bij afkor
ting Thaler. Dit woord werd vernederlandst tot daalder. Via ons land is daarna
uit dit woord daalder het Amerikaanse "dollar" ontstaan. In de tijd van het bo
venbedoelde contract van 1551 had de daalder bij ons de waarde van 30 stuiver.
In ons tegenwoordige spraakgebruik is een daalder nog steeds lVi gulden.
Ten slotte wordt de Maria Theresia- daalder nog steeds aangemunt met het jaar
tal 1780 als betaalmiddel voor het Midden- Oosten.
1552
Hier staat zelfs nog Joachimsdaalder vermeld.
1554
De carolusgulden komt te voorschijn. Het kan hier zowel een gouden als een zil
veren munt betreffen ter waarde van 20 stuiver. Het goudstuk droeg als beelde
naar de geharnaste keizer ten halve lijve en is voor het eerst geslagen in 1521 on
der Karei V. Het zilverstuk droeg het borstbeeld van de keizer. De carolusgulden
is nog lang in gebruik gebleven als rekeneenheid van 20 stuiver, meestal afgekort
tot gulden.
1608
Nu is officieel sprake van gulden. De Zutphense gulden als munt bijv. van 1687
heeft als spreuk: Hac nitimur hanc tuemur, d.w.z. op haar de Bijbel) steunen
wij, haar de vrijheidshoed) beschermen wij. Als beeldenaar staat er een ge
helmde vrouwenfiguur op met een stok in de ene hand, waarop de vrijheidshoed
staat en die met de andere hand steunt op de Bijbel op een tafeltje.
1612
De plak wordt genoemd. In de 14de eeuw gebruikelijke naam voor een zilveren
munt van 2 groot, in de 15de eeuw meestal stuiver genoemd. In de oostelijke
provincies in de 15de en 16de eeuw ook de naam van verschillende kleine zilve
ren muntjes: bijv. Overijsselse plak is 1/8 Overijsselse stuiver. Tegenwoordig ge
bruiken wij het woord alleen nog voor een medaille bij wedstrijden.
1677
Eindelijk dan de rijksdaalder. In 1566 was de daalder in de muntwet van het
Duitse Rijk opgenomen en werden de volwaardige daalders rijksdaalders ge
noemd, ter onderscheiding van lichtere soorten. In de Republiek, dus na 1581,
sloegen de meeste provincies en steden op dezelfde voet als de muntvoet in het
Duitse Rijk voorschreef, zodat de naam rijksdaalder algemeen gebruikelijk werd
voor munten ter waarde van 2Vi gulden. Ons woord rijksdaalder is dus een verta
ling van Reichsthaler, want het Koninkrijk der Nederlanden is pas in 1814/15
ontstaan.
68