werd er ook een hoeveelheid van 240 andere munten mee aangeduid b.v. pond sterling, pond groten, enzovoort. Sinds de 16de eeuw was het pond een vaste re keneenheid, b.v. pond Hollands van 40 groten. Er bestond bij ons geen munt van een pond. Het woord penning is al een paar keer gevallen. Met het woord pen ning duidde men tot eind 18de eeuw in het algemeen een munt aan. Tegenwoor dig gebruikt men het woord nog voor een medaille of gedenkpenning zonder wettelijke betaalkracht en in de soms verouderde samenstellingen zoals: steek penningen, huurpenningen, vrachtpenningen en in het nog steeds gebruikelijke woord penningmeester. Etymologisch zou het woord in verband kunnen staan met pan, in de zin van koekepanvormig of met het Latijnse pannus, wat lap stof betekent. In het eerste geval zou het woord wijzen op de oude geldvormen, zoals die in China voorkwamen, waar bijlen, messen, spaden in miniatuurvorm als geld dienst deden, in het tweede geval aan het kledinggeld als ruil- en betaalmiddel (denk aan het verhaal van Simson in het Oude Testament). 1388 Hier is weer sprake van oude gouden schilden. De devaluatie gaat blijkbaar door. 1390 De valuta wordt een lood zilver. Het lijkt een beetje een contradictio in terminis, zoals een gouden oorijzer, maar lood heeft reeds de overdrachtelijke betekenis van gewicht en wel van 10 gram. Wellicht kennen velen nog wel de uitdruk king een loodje koffie. 1404 De gulden komt op de proppen. De gulden is oorspronkelijk een gouden munt, zoals het woord reeds aangeeft. In 1252 werden zulke gouden munten voor het eerst in Florence geslagen. Het Florentijnse goudstuk droeg op de voorzijde de stadspatroon, Johannes de Doper, en op de keerzijde het sprekende wapen van Florence, de lelie. De munt kreeg zodoende de naam florenus, in het Frans flo rin, waaraan de Nederlandse gulden nog steeds de afkorting fl te danken heeft. Onder hertog Albrecht van Beieren (1330 - 1404) werden in de Nederlanden guldens van goud geslagen ter grootte van een tegenwoordige stuiver, met de zelfde beeltenis erop als in Florence. 1407 Er wordt gesproken over kleine penningenwaarschijnlijk zijn hier bedoeld mun ten waarvan er veel meer dan 240 uit een pond zilver geslagen werden. 1415 en 1418 Uit de prijsnotering van 6 1/3, respectievelijk 6Va schild, blijkt dat wij nog steeds in een twaalf- (of zes-) tallig stelsel rekenen. In onze taal hebben wij nog steeds herinneringen hieraan. De cijfers een tot en met twaalf hebben een eigen, afzon derlijke naam. In onze urentelling met haar onderverdeling is ook het zestallig stelsel blijven voortleven, evenals bij de cirkelverdeling in 360 graden. 1418 Er wordt uitdrukkelijk goudgulden vermeld. Voor die tijd eigenlijk overbodig, want de eerste zilveren, z.g. Carolusgulden werd pas geslagen in 1542 onder kei zer Karei V. 65

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1982 | | pagina 6