in de bodem van Zutphen grijpen in in de aanwezige archeologische bronnen van
informatie!
Veel terreinen zijn al verloren gegaan voor de archeologie door moderne
nieuwbouw zonder dat er iets werd onderzocht (vooral op Nieuwstad, omgeving
's-Gravenhof, Waterstraat en langs Spittaalstraat en Laarstraat - rapport Rama
kers 1979). Deze verliezen zijn des te pijnlijker doordat in de Zutphense binnen
stad nog zoveel monumenten staan (merendeels post-middeleeuws), die vanzelf
sprekend niet zo gauw zullen worden gesloopt en waarvan het terrein dus ontoe
gankelijk is voor de archeologie. Zutphen zou eigenlijk niet alleen zuinig moeten
zijn op de bovengrondse monumenten - ook de ondergrondse historische monu
menten moeten met zorg worden behandeld. Het in het oog houden van graaf
werkzaamheden en het bergen van bedreigde archeologische nalatenschap is een
van de primaire doelstellingen van onze archeologische werkgroep. De resultaten
van de allereerste activiteiten van de werkgroep zijn het bewijs dat er nog veel te
ontdekken is!
Literatuur
M.M. Doornink- Hoogenraad 1950, "Het Gravenhof te Zutphen" Bulletin
KNOB. 1950 p 34-39
H. Janse 1965, Bouwers en bouwen in het verleden, Zaltbommel 1965, hst. 3.
N.B. Tenhaeff 1913, Diplomatische studiën over Utrechtse oorkonden der Xe
tot Xlle eeuw, diss. R.U. Utrecht, 19 sept. 1913. (Utrecht 1913).
Rapport F. Ramaker, 1979, over de stand van zaken m.b.t. stadskemonderzoek
in Zutphen.
J.G.N. Renaud 1950, "De onderzoekingen op het Gravenhof te Zutphen"
Bulletin KNOB 1950, p 15-33.
W. de Vries, De opkomst van Zutphen, Assen 1960.
73