De grondsporen onder het tufstenen gebouw.
Onder de uitbraaksleuven van het tufstenen gebouw vond Renaud diverse
grondsporen: twee parallelle wandgreppels van een houten gebouw (met in die
greppels de paalgaten van de wandpalen; er is geen huttenleem, dat is leem ge
bruikt voor het dichtsmeren van een vlechtwerkwand, gevonden en Renaud ver
moedt een ingegraven plankenwand) en diverse paalgaten, doorsneden door een
latere greppel. Met wat aarzeling reconstrueert Renaud een mogelijke houten hal
van 8 x 24 meter, die de voorganger was van de tufstenen palts. De sporen van
de "houten hal" zijn, zoals Renaud terecht zelf opmerkt, "zo vaag, dat het een
riskante onderneming blijft ze te verklaren".
SPOREN STENEN PALTS
GRAVENHOF -ZUTPHEN.
Bij nadere bestudering van de stratigrafie blijkt echter dat deze "houten hal"
niet onmiddellijk werd opgevolgd door het tufstenen gebouw. De sporen van het
houten gebouw worden n.l. doorsneden door een greppel en misschien zelfs door
enkele paalsporen in put III en II, afb.), welke weer ónder de tufsteensporen
zitten, met andere woorden: er is nog een tussenfase! Na het verdwijnen van de
"houten hal" (volgens Renaud vanwege de grote hoeveelheid houtskool door
brand) is er dus een bewoningsfase geweest waarvan de greppel getuige is, en
pas daarna is het tufstenen gebouw neergezet. Over deze greppel doet Renaud
een verrassende uitspraak: "Het moet een vrij laat spoor zijn; er kwam o.m. een
stukje rode tegel met loodglazuur uit te voorschijn". De "palts" zou dan nog la
ter zijn dan "vrij laat" (overigens een vrij vage aanduiding).
Het tufstenen huis is dus waarschijnlijk later gebouwd dan de vroegste vermel
ding van een graaf van Zutphen. Een belangrijke vraag die men nu kan stellen is
deze: waar in de stad verbleef déze graaf? Kan men uit de sporen ónder de tuf
stenen "palts" een vroegere palts afleiden?
71
kicmormMTi
Bjuxrnxvav7rvav
vlocbimc
TLTPWOPOCe
IPOOQ WXTOIWffl
COOtCDC C2CWD
OWCEDCOTOC GÖCKD
SO,DSAWB.
O
t