DE BANK VAN LEENING TE ZUTPHEN.
1552.
Namens Franchoys de Canaelysy verzoekt Wolther Thonisz. toestemming tot het
oprichten van een Taetfel van Leeninge; De Canaelysy, afkomstig uit Piemonte,
verkrijgt die toestemming, mits deze door de Landsheer wordt goedgekeurd.
(Gemeentearchief Zutphen, Kentenissen 308, fol. 133).
Een andere bron vermeldt dat hij octrooi krijgt voor 6 jaar; de interest bedraagt
3 oort per pond Vlaams per week (321/2 per jaar).
1567.
1 Januari ('dinxdach nhae Hilliger Dree Koninghen) Mr. Joost (Sweitzer), jood,
krijgt een geleidebrief en toestemming tot het uitoefenen der geneeskonst, de
handel in edelstenen en het houden van een Leentafel. Ingetrokken 1569 op last
van Alva. (J.S. van Veen, Bijdrage tot de geschiedenis der Joden in Gelderland, in
Gelre X, 1907, p. 54).
1589-1614.
Gabriël Ollario (ook tafelhouder te Deventer).
In 1589 is de stad Zutphen in Spaanse handen; ten einde de Spaanse soldaten te
kunnen betalen (de kas is ieeg) zendt zij een afgezant naar de Deventer tafelhou
der Gabriël de Ollario om 400 cgls. te lenen; men kan slechts 350 cgls. krijgen op
voorwaarde dat hij, Ollario, te Zutphen octrooi krijgt voor een Tafel op de voor
waarden van een reeds eerder door hem ingediend request.
Propyn: nihil.
Pensioen: 50 cgls. per jaar voor de armen.
Looptijd: 11 jaar.
Ingaand: niet vermeld.
Interest: niet vermeld.
(Raadsresolutiën nr. 2, 1584-1593).
Na de herovering van de stad door Prins Maurits in 1591 blijft de Leentafel ge
handhaafd. Op 16 november requestreert hij voor het octrooi; biedt aan een pen
sioen van 100 cgls. 's jaars en kwijtschelding van 200 cgls. op de in 1589 geleen
de gelden.
Hij krijgt dit octrooi op 16 november 1591, met een looptijd van 8 jaar; in 1597
verkrijgt hij continuatie:
Propyn: 150 cgls. voor de stad; 100 cgls. voor de armen.
Pensioen: niet vermeld.
Looptijd: 8 jaar.
Ingaand: 17 november 1597.
Interest: niet vermeld, doch aan te nemen valt dat deze 1 blanck per pond
Vlaams per week bedraagt (321/2 per jaar).
(Raadsresolutiën nr. 3, 1593-1599).
49