VERSLAG VAN DE OPRICHTINGSVERGADERING
Op maandag 23 november 1981 werd 's avonds, tijdens een vergadering in het
Stedelijk Museum te Zutphen, de Historische Vereniging Zutphen officieel opge
richt. Daarmee kreeg een initiatief van de heren H. Borgdorff en S. Laansma zijn
bekroning. Hun plan voor een geschiedkundig-genealogische contactgroep in
Zutphen werd met een klein aantal geïnteresseerden verder uitgewerkt en
mondde uit in de oprichting van een historische vereniging.
Voor liefst 80 belangstellenden opende de heer J. van der Kluit de vergade
ring, mede namens acht andere personen die voorlopig achter de bestuurstafel
hadden plaats genomen. Hij herinnerde aan de rijke geschiedenis van Zutphen,
die onder meer tot uiting komt in een aantal historische primeurs: de eerste vaste
oeververbinding over de IJssel, de eerste Hemonyklokken, de oprichting van de
eerste Geneeskundige Kring, die pas later gevolgd werd door de oprichting van de
Koninklijke Maatschappij ter Bevordering van de Geneeskunst.
De historische vereniging zal nog meer accent kunnen geven aan het rijke verle
den van onze stad.
Door handopsteken gaven de aanwezigen vervolgens te kennen lid te willen
worden van de Historische Vereniging Zutphen, die daarmee feitelijk was opge
richt.
Degenen die achter de bestuurstafel hadden plaats genomen en die bereid waren
gevonden een bestuursfunctie te aanvaarden, werden door de vergadering ook als
zodanig gekozen:
J. van der Kluit (voorzitter), J.C. Riemens (secretaris), G.J. Eggink (penning
meester), J. Harenberg (redacteur), jhr mr R.C.C. de Savornin Lohman (redac
teur), drs F.W.J. Scholten (redactiesecretaris), P. Bitter (gewoon lid),
mw drs D.A.S. Cannegieter (gewoon lid), S. Laansma (gewoon lid).
De concept-statuten werden door de vergadering vastgesteld. Als aanvulling
op de regeling van het lidmaatschapsgeld (f 25,- per persoon), werd besloten dat
dit voor gezinsleden van leden f 10,- bedraagt en dat personen onder de 18 jaar
geen contributie behoeven te betalen.
Als laatste punt van het huishoudelijk gedeelte van de vergadering bood de
voorzitter het eerste exemplaar van Oud-Zutphen, het tijdschrift van de nieuwe
vereniging, aan burgemeester mr J. de Vries aan.
Deze wees in zijn dankwoord op de paradox dat een historische stad als Zutphen
pas op zo'n laat tijdstip een historische vereniging kreeg. De verklaring zag hij in
het historische zelfbewustzijn van deze stad, waardoor men een zodanige vereni
ging als overbodig zal hebben beschouwd. Hij sprak de hoop uit dat de voortva
rendheid, die de grondslag van het handelen van het voorlopig bestuur vergezel
de, kenmerkend zal zijn voor de nieuwe vereniging.
Na de pauze vertoonde de heer J. Harenberg dia's van het veranderende
Zutphense stadsbeeld.
F.S.
60