de Schipbeek. De middeleeuwse bewoning in Deventer (vanaf de karolingische
tijd) is in de lengte langs de oever van de IJssel geconcentreerd en niet in de hoek
tussen IJssel en Schipbeek (Dorgelo 1952).
Behalve de opgravingen van 1946 zijn er tot 1977 alleen een aantal waarne
mingen te vermelden welke werden gedaan bij diverse graafwerkzaamheden in de
binnenstad, vooral bij de aanleg van bouwputten en rioleringen, welke destijds
vooral door R. Wartena nauwgezet werden geregistreerd. De vondsten betroffen
voornamelijk delen van de middeleeuwse stadsommuringen, houten bestratingen
en waterputten. Vrijwel nergens zijn de uitgegraven resten gedateerd met behulp
van gevonden aardewerk.
(NB.: de onderstaande opsomming is voornamelijk gebaseerd op documentatie
welke in het gemeentearchief aanwezig is en kan onvolledig zijn).
Funderingen van stadsmuren, -torens en -poorten.
Bij deze onderzoeken werden herhaaldelijk resten gevonden van afgebroken
delen van middeleeuwse stadsmuren. In 1949 werden in de Isendoornstraat bij
de bouw van de H.B.S. en het Gymnasium zware funderingen gevonden, die o.a.
toebehoorden aan de stadsmuren en de Blankentoren. Al eerder waren bij de
bouw van de Gelders-Overijsselse Zuivelbond op Nieuwstad dergelijke muurres-
ten gevonden.
Bij de bouw van het postkantoor aan de Stationsstraat (1953) werd een ca. 30
meter lang fundament gevonden van een stadsmuur. Het fundament was 1 meter
dik en er waren aanzetten van de bogen van de weergang, een grote halfronde to
ren van IV2 meter doorsnede en een waterdoorlaat (Berkel?) mee verbonden
(AFB. 3 en 4).
Afb. 3. Resten van middel
eeuwse stadsmurenbloot
gelegd bij de bouw van het
nieuwe Postkantoor.
(Archief, Zutphen).
28