drassige land pas eeuwen later bebouwd). Ter plaatse van de markten waren vroe
ger grachten; een brug hierover ter hoogte van de Lange Hofstraat heette
Lueghenbrugghe(Leyden 1939 p. 56), wat Gimberg verklaart als "Logiën-
brug", waarbij "logiën" winkeltjes of zoiets zijn.
De bijdrage van bodemvondsten.
Uit het voorgaande blijkt wel hoe beperkt de beschikbare historische bronnen
zijn wanneer we iets willen weten over Zutphen vöór de 14de eeuw. Opgravingen
hebben evenwel in Zutphen nauwelijks plaats gevonden, een vreemde zaak in een
stad die een dermate rijke historie heeft.
In 1946 vond onder leiding van de toen nog jonge J.G.N. Renaud een opgra
ving plaats op het 's-Gravenhof. De hierbij gevonden tufstenen funderingen zijn
met aparte steenbanen gemarkeerd in het tegenwoordige plaveisel (onder de
auto's die er nu geparkeerd zijn). Bij de gedane vondsten bevonden zich ook de
oudste welke ooit in de binnenstad zijn gedaan: enige scherven van het karolin
gische Badorf-aardewerk. Op deze opgraving zal ik in een volgend artikel nader
ingaan.
In het kader van de 's-Gravenhof-opgraving werden in 1946-1947 enkele on-
derzoekjes gedaan in de binnenstad. Een opmerkelijke ontdekking werd gedaan
toen men in de lengte door de Lange Hofstraat boringen deed naar de vaste on
dergrond: men vond een sterke daling ter hoogte van de Kuiperstraat (een oude
gracht?) en 35 meter dichterbij 's-Gravenhof was er een top in de vaste grond
(een wal?). Helaas is dit niet naderhand archeologisch onderzocht en blijven deze
waarnemingen met vragen omgeven. Indien dit inderdaad een wal en een gracht
zouden zijn (35 meter is een - haast onmogelijke? - grote afstand) zou dit gege
ven de theorie van een oude nederzettingskern rond 's-Gravenhof ondersteunen.
Het idee van een oude stadsbegrenzing ter plekke van de markten werd beves
tigd door een onderzoek in 1946 van P. Glazema op de Groenmarkt.
Dit bracht een dubbele gracht aan het licht (met aardewerk o.a. uit de 13de
eeuw). Helaas kon er geen datering worden gegeven aan de eerste aanleg van de
grachten. Ook het dempen van de stadsgrachten is niet duidelijk.
Volgens J. Gimberg (1900,1904) is de vroegste vermelding van de Zaadmarkt in
1342, maar is er nog in 1421 sprake van de "Logenbrug". Mevrouw Doornink
(1950) dateerde de demping ("niet ineens, maar geleidelijk en bij gedeelten")
tussen 1190 en de 13de eeuw, mede omdat begin 14de eeuw de Marspoort en de
Saltpoort de beide einden van de markten afsloten. Merkwaardig lijkt het dat
men blijkbaar de oudste stad gebouwd had in aansluiting op de IJssel, maar niet
grenzend aan de Berkel. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat de vroegere
IJsselloop anders was (gerecontrueerd als op AFB. 2 naar aanleiding van histori
sche gegevens over een 14de eeuwse rivierverlegging - zie Gimberg 1929).
Een analoge situatie lijkt ook in Deventer aanwezig, dat net als Zutphen op een
zandrug aan de IJsseloever is gelegen, met als verbindingsader met het achterland
27