Door middel van scherfvondsten kunnen archeologen nagaan hoe oud een
grondspoor is, en door middel van grondsporen kunnen we zien hoe de bewoning
er toen uitzag. Bijvoorbeeld: een brandlaag bewijst een brand, afvalputten vertel
len ons wat de mensen in die tijd weggooiden. De vondsten die bij de opgraving
werden gedaan, dateren van de 10de-12de eeuw tot heden.
Er werden de eerste zaterdagen enkele proefputten gegraven, die later met
graafmachines zijn vergroot. In de derde week werd een lange rij paaltjes gevon
den, die zich enkele weken later in een hoek bleken voort te zetten. Dit is mis
schien een fundering van een houten woonhuis. Tevens werd er op veel hoger ni
veau een stenen fundering gevonden, die evenwijdig liep met de stadsmuur.
Tijdens de zevende week werd de onderkant van de stadsmuur bereikt op 5,60
meter diepte.
Een grote verrassing was dat de muur in de klei was gefundeerd en niet, zoals
gedacht werd, in de zandgrond. Men veronderstelt dat Zutphen op de dekzand-
rug onstaan is, maar de stadsmuur van ca. 1300 staat al in de klei van de uiter
waarden.
Vondsten waren: "Pingsdorf'-aardewerkscherven 10de-12de eeuw; kogelpot-
fragmenten en gesmoord aardewerk 12de-13de eeuw; en vroeg tot laat Siegburg
aardewerk 13de-15de eeuw, uit een periode dus dat Zutphen haar hoogtepunt
bereikte. 16de-eeuws schervenmateriaal is zeer weinig gevonden. Import uit het
Rijngebied zoals eerder ontbreekt volledig. Dit komt waarschijnlijk doordat deze
handel in de tijd van Karei V en de Tachtigjarige Oorlog totaal verlamd was.
In de 17de eeuw krijgen we al meer materiaal, en scherven uit de 18de en 19de
eeuw zijn talrijk.
puin sleuf
U&tte Uavê-sfcvaal-
IS£1 vloer (pl j
S3 j
UWsrohd
gtroe-ïriz groni
qr<nS
vei. opgraving
Uuiptrsh-ttat-
1 orienhnnjSsleuf (fW*L)
"Z dubbelwandig* $Unen put
3 CAiaterU*nngSw\uurrjc
9 fundenncj v. e. Uelckr
5 UerpuVge
6 Stoel Sm uUr
7 stwV^r<n
voaterstraat
tflllftl
Situatie, vtxn de, op^favira in cle, lactate ujekfin
mu