paalde maatregelen te beramen hoe voortaan te handelen indien onverhoopt meer dergelijke verzoeken mogten gedaan worden". Op 16 maart 1836 komen er weer drie dergelijke verzoeken en op 18 juni 1836 nog één van Hendrik Jan Roe- lofs en zijn zuster Christina Roelofs. Het onderzoek naar het begin van de Afscheiding wordt bemoeilijkt doordat er in Nederland twee afscheidingsbewegingen waren. In het begin werden de af gescheidenen beboet, vervolgd enz. Later herstelde koning Willem I de gods dienstvrijheid, maar bepaald werd dat de afgescheidenen per individueel verzoek erkenning moesten aanvragen bij de Minister van Eeredienst. Een grote groep van afgescheidenen weigerde dit. Zij verenigden zich onder de naam: "Christelijke Gereformeerde Gemeente onder het Kruis", terwijl zij die in die erkenning wél berustten, bekend werden onder de naam: "Christelijke Afgescheiden Gemeen te". En nu blijven de volgende vragen tot heden onbeantwoord: Kwamen de afge scheidenen in Zutphen eerst gezamenlijk bijeen? Kwam er daarna verschil van mening? Want er waren wel van die afgescheidenen hier of in de omgeving. Dat blijkt uit het oudste notulenboek, dat in 1850 begint met deze zin: "Zutphen den 22 July 1850, zijnde op Maandag, toen zijn ten huize van Hendrik Jan Roe lofs ouderling de manslidmaten vergadert om te samen Raadt te pleegen over Eene plaats hunner Godsdienstige Samenkomsten". Dat er wel samenkomsten in de omgeving van Zutphen werden gehouden, blijkt uit een rapport van de burgemeester van Brummen aan de Gouverneur van Gelderland van 9 februari 1836: "Genoemde burgemeester Hoffman rapporteert dat er in de buurtschap Empe bij een zekere Lankhorst, klompenmaker, een godsdienstoefening van separatisten heeft plaats gevonden onder leiding van den gesuspendeerden predikant Brummelkamp. Vooraf heeft hij de garnizoenscom mandant van Zutphen geprevenieerd, dat hij waarschijnlijk assistentie moest in roepen van de gewapende macht" (artikel 37 uit "Archiefstukken betreffende de Afscheiding" door dr F.L. Bos). In een overzicht van het aantal separatisten, opgemaakt aan het Departement van Eeredienst van april 1836, staat bij Zutphen: vier personen. Het Nederlands Hervormd Classicaal Bestuur zegt van de "afscheidenden niets te weten dan dat men hoort dat zij onderlinge samenkomsten houden en dat men meent dat hun getal zal toenemen". Nog een rapport van de Gouverneur van Gelderland aan de Minister van Eere dienst van 11 februari 1836: "Het is mij bekend, dat eenige vanuit Zutphen tot het bijwonen dier godsdienstoefeningen bij hunne terugkomst te Zutphen door een zamenscholende volksmeenigte zijn uitgejouwd en aangerand geworden, ter wijl men aldaar aan de woning van zekeren hoefsmid, welke mogelijk de voorzij de bijeenkomst had bijgewoond, de glazen heeft ingeslagenUit een en an der blijkt dat er hier of in de omgeving wel samenkomsten van afgescheidenen werden gehouden. Genoemde Hendrik Jan Roelofs is de leidende figuur in de Christelijke Afge scheiden Gemeente. In die eerste vergadering op 22 juli 1850 werd tot "presi- 39

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1982 | | pagina 24