raakte vloeren, en ook houten of stenen bouwfragmenten. voorwerpen of fragmenten van voorwerpen. en ook: de botten van wilde dieren die men heeft gejaagd en van vee dat men hield, en graankorrels, vruchtepitten en andere plantaardige voedselresten (dit alles wordt alleen in gunstige omstandigheden door de bodem geconserveerd). Onderzoek hiervan laat men over aan de specialisten (oecologie). Bij de interpretatie hiervan zal men natuurlijk de gegevens van historische we tenschappen - en de laatste jaren ook volkenkundige gegevens (antropologie) -, die het beeld kunnen aanvullen, zoveel mogelijk benutten. Uit het archeologische materiaal is bijvoorbeeld zelden iets te achterhalen over politieke gebeurtenissen of de organisatie van het bestuur van een stad of gebied. Voor de archeoloog zijn de meest interessante vondsten niet de schatvondsten, zoals men vaak wel denkt, maar juist de simpele gebruiksvoorwerpen. Deze kun nen namelijk waardevolle informatie geven over het dagelijks leven van de men sen in vroeger tijd. Tien losse gouden munten zeggen hierover veel minder dan bijv. tien potscherven. Voorwerpen, gevonden tijdens een opgraving (en behorend bij bepaalde grondsporen), kunnen ons veel vertellen over bijv. dagelijkse bezigheden van de mensen, zoals de middelen van bestaan (bijv. gereedschap en afval van bepaalde ambachtelijke werkzaamheden zoals spinsteentjes en weefgewichten voor wolbe werking, of leerresten van een schoenmakerswerkplaats), of de wijze van voedsel bereiding (aardewerkvormen, messen, lepels e.d.); of over bijv. handelscontacten (door de herkomst van bepaalde geïmporteerde voorwerpen te traceren zoals uit Duitsland geïmporteerde wijnkannen en drinkbekers); of over bijv. de verdeling van rijkdom over de mensen (als bijv. in één huis van een nederzetting zeldzame en kostbare artikelen als glaswerk of zilveren bestek of zoiets wordt gevonden); of over de technische kennis (gereedschap, instrumenten). Bovendien kan men aan de hand van in bepaalde grondsporen gevonden voor werpen een datering geven van deze grondsporen (vooral met behulp van aarde werk). Als bijv. in een afvalkuil allemaal 15e eeuwse potscherven worden gevon den, dan zal die afvalkuil in de 15e eeuw zijn gebruikt. Tijdens een opgraving dienen de grondsporen en voorwerpen zo nauwkeurig mogelijk te worden geregistreerd. De grondsporen worden gemeten en getekend, de gevonden voorwerpen worden zo geadministreerd dat men achteraf nog weet waar ze vandaan zijn gekomen. Dit is een vereiste: immers, door de opgraver worden de grondsporen vernietigd - men kan een opgraving niet overnieuw doen. Na het beëindigen van de eigenlijke opgraving wacht de archeoloog bovendien nog de taak om van zijn bevindingen verslag te doen, om alle sporen te verklaren én te dateren (aan de hand van de gevonden voorwerpen), en om een overzicht te geven van de gevonden voorwerpen (met alle daaraan te verbinden conclusies over het bestaan van de vroegere bewoners). Dit "uitwerken" van een opgraving vergt vaak nog meer tijd en energie dan de opgraving zelf! 4

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1982 | | pagina 5