De eerste groep van gegevens is betrekkelijk schaars en vaak is de interpretatie ervan moeilijk. Zo blijken de vroegste historische bronnen over Zutphen geen echte 11e eeuwse oorkonden, maar vermoedelijk in de 12e eeuw gemaakte ver valsingen te zijn (Ter Kuik 1942). Bovendien geven met name de vroege histori sche bronnen meestal slechts beperkte informatie over een onderdeel van de stad (bijv. een kerk). Bij het trekken van conclusies uit plattegrondvormen moet eveneens voorzich tigheid in acht genomen worden: de situatie van nu kan door bijv. stadsbranden gevolgd door herbouw, of door het bouwen van grote gebouwen op grond waar vroeger een groter aantal kleine gebouwen stonden, geheel verschillen van de ou de situatie. Vooral in de tijd dat de huizen alle van hout of vlechtwerk waren, is een plattegrondverandering niet ondenkbaar. Bij het bepalen van wat de oudste kern kan zijn van een stad, kunnen oude straatpatronen dermate veranderd zijn dat een vergissing snel gemaakt is. Zo is bijv. uit de stadsplattegronden van Deven ter afgeleid dat de oudste kern lag in een rechthoek direct ten zuidoosten naast de Lubui'nuskerk (Von Leyden 1939). Vroeg-middeleeuwse vondsten in de bin nenstad zijn echter alle geconcentreerd in een zöne parallel aan de (huidige) IJs- selloop dicht bij de oude rivieroever (Dorgelo 1952). Blijft over als bron van informatie: de archeologie. Archeologische waarnemingen en interpretaties. Archeologie is een tak van wetenschap die zich de laatste jaren in een toene mende belangstelling mag verheugen. Er worden steeds meer opgravingen ver richt én gepubliceerd: het beeld dat wij ons voor ogen hebben van onze voorou ders en hun bestaan wordt voortdurend aangevuld met nieuwe informatie. Archeologie houdt zich in de eerste instantie bezig met de interpretatie van gevonden grondsporen en voorwerpen, met andere woorden met de verklaring van hetgeen men opgraaft. Op een plaats waar mensen hebben gewoond laten zij sporen na in de vorm van: - vergraving van de bodem: men graaft kuilen en greppels in de grond om afval in te gooien, om etenswaren in te bewaren, om een paal overeind te zetten, om een houten of een vlechtwerk muur winddicht in te graven, om doden te begraven, voor een waterput, voor de afvoer van overtollig water, etc. etc.. - ophogingen, opzettelijk of onopzettelijk: grond wordt opgebracht om drassi ge plaatsen bewoonbaar te maken, men egaliseert een plek door er grond over uit te spreiden, er wordt een nieuwe vloer aangelegd bovenop een oude vloer, van een vernield huis blijft een puinlaag of brandlaag over, vuilnis hoopt zich op, etc. etc.. - resten van houten, natuurstenen of bakstenen gebouwen: sporen van de palen van een huis (grondspoor van de paalkuil, gegraven voor het oprichten van de paal, een afdruk in de grond van het hout, of houtresten), de onderbouw van een stenen huis, of het spoor van een muur die is weggesloopt, maar waarvan de zgn. "uitbraaksleuf' toch nog zichtbaar is, resten van oude begraven ge- 3

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1982 | | pagina 4